Mooie praatjes vullen gaatjes

Come on board, guys! Terwijl we de slaap nog half uit onze ogen wrijven, stappen we aan boord bij onze nieuwe Argentijnse vrienden. Terwijl Joost zijn wetsuit binnen legt, stop ik de meegebrachte ingrediënten voor een appeltaart weg. We vertrekken in alle vroegte voor een dagtochtje. Dat is lang geleden!

We leggen de boot voor anker een klein stukje varen van de jachtclub met uitzicht op de skyline van Buenos Aires. Door het laaggelegen eiland waar we achterliggen, hebben we geen last van de golven, maar is er wel nog wind om te kunnen wingfoilen. Als Joost zijn eerste vlieguren maakt op de geleende wingfoil-set, duik ik de kombuis in om een appeltaart in elkaar te draaien. Die beloofden we ze toen Ignacio het voor elkaar kreeg om ons binnen te praten op de werf van de jachtclub. Als we uit de wind en in het winterzonnetje genieten van een stuk warme appeltaart, bedanken we Ignacio en Tati daar nogmaals voor. Wat een geluk dat we met hen in contact zijn gekomen! Samen lachen we nog maar eens over hoe dat allemaal verliep.

Chamullo

Nadat we Cosme opdracht hebben gegeven om ons teakdek eraf te halen en het staal eronder te zandstralen, moeten we opzoek naar een goede plek om dit te kunnen doen. De werf waar Cosme meestal werkt, heeft puntje bij paaltje toch geen plek in het water. Tja… En nu? Cosme blijkt op dat moment aan een botenkraan op een vestiging van de oudste en één van de chicste jachtclubs van Buenos Aires te werken: Yacht Club Argentino. Hij informeert hier naar de mogelijkheden om ook aan onze boot te kunnen werken. Dat is handig voor hem, want dan kan hij meerdere klussen combineren, maar ook voor ons, want hier kunnen we wél zelf van de boot af, makkelijk douchen en gemakkelijk naar de supermarkt voor boodschappen. Het enige obstakel: we moeten toestemming van de commodore (voorzitter) van de club krijgen. We krijgen het advies om een brief aan hem op te stellen met ons verzoek en een kopie van alle bootpapieren. En dat moet niet op de Nederlandse manier, lekker kort en direct, maar op zijn Argentijns. Dus we klimmen in de pen en vertellen in geuren en kleuren waar we vandaan komen, hoe onze reis tot nu toe was en hoe geweldig we Buenos Aires vinden. We prijzen de goede voorzieningen van de jachtclub nog even extra én we voegen een aanbevelingsbrief toe vanuit Jachtclub Scheveningen. Dat we die laatste brief, met goedkeuring van de voorzitter uit Scheveningen, zelf hebben opgesteld, vertellen we er uiteraard niet bij. We versturen de hele boel en dan begint het wachten.

Na een week hebben we nog steeds niets gehoord. Op aanraden van een Argentijnse vriendin zoeken we contact met een vriend van haar: Ignacio. Ze vertelt ons dat hij lid is van Yacht Club Argentino en ons ongetwijfeld verder wil helpen. Hij is op dat moment op zakenreis. Desondanks zet hij meteen alles op alles om ons de club binnen te krijgen. Het helpt dat hij erg bedreven is in het zogenaamde Argentijnse chamullo (paaien) én zijn vader de vice-commodore is van de club. Nog dezelfde dag krijgen we groen licht. We hebben een plek!

Warm welkom

We besluiten de volgende dag meteen te verplaatsen. Tot… we er ‘s ochtends achter komen dat het die dag historisch laag water is. Bij de uitgang van onze huidige ligplek staat nog geen meter water. De waterhoogte op de Rio de la Plata wordt niet alleen gedicteerd door de maan. De windrichting én de neerslag stroomopwaarts heeft ook een enorme invloed. De wind komt op dit moment hard uit een westelijke richting, waardoor al het water de Rio de la Plata uitgeblazen wordt. Dat wordt een dagje wachten dus. We gaan desondanks lopend naar de club om Ignacio en Tati te ontmoeten. Ze nodigen ons uit om te komen lunchen. Bij de toegangspoort zit een bewaker die ons doet denken aan een butler. Hij is allervriendelijkst en vraagt ons of we de weg kennen. In mijn beste Spaans leg ik uit voor wie we komen en dat ik wel even bel om te vragen waar we precies heen moeten. Zodra we het hek door zijn vergapen we ons aan de prachtige houten schepen die ons tegemoet stralen. Het terrein ligt er keurig onderhouden bij en lijkt wel een botanische tuin met naambordjes op de verschillende soorten bomen. “Ik ben blij dat ik m’n schoenen nog heb gepoest,” grinnik ik tegen Joost, die nog maar eens de kreukels uit zijn enige overhemd probeert te strijken. Na de lunch in het clubrestaurant krijgen we een rondleiding over het terrein. We lopen voorbij de tig opti’s die net allemaal van het water komen langs het clubwinkeltje/koffietentje. Vervolgens komen we langs de werf waar wij komen te liggen en nog weer wat verderop is een co-work-plek waar ik met mijn laptop kan gaan zitten werken. Tot slot zit aan het einde bij het water nog een theehuis. Ondanks de chique entourage voelen we ons meer dan welkom. We zijn dan ook erg blij als het water de volgende dag wél hoog genoeg is om de boot naar ons tijdelijk nieuwe thuis te verplaatsen.

Slopen

Zodra we op onze plek liggen, beginnen we als een speer met het demonteren van lieren, zeerailing, blokken en kikkers van het dek zodat het teak eraf kan. Ondertussen is een jongen, die met zijn eigen boot op de kant staat, begonnen de eerste grote latten teak van ons dek te halen. Hij heeft voor zijn boot nog wat teak nodig en we hebben aangeboden dat hij mag houden wat hij zelf van het dek haalt. Op die manier wordt er in ieder geval nog goed gebruik gemaakt van het mooie hout. Een week later is Cosme ook zover dat hij kan beginnen aan de klus. Althans, dat was het idee. Op maandagochtend meldt hij dat hij wat minder mensen beschikbaar heeft en dus pas een dag later kan beginnen. De één heeft een knieblessure opgelopen met voetbal in het weekend en de ander zijn oma is overleden. Als we dit aan Ignacio vertellen, proest hij het meteen uit. “Waarschijnlijk hadden ze allebei geen zin om te werken. Die knie zal wel wat meevallen en oma is inmiddels misschien al wel voor de vijfde keer in haar leven overleden.”

Gelukkig stappen er de volgende dag twee sterke mannen aan boord onder leiding van Cosme. De eerste dag proberen ze verschillende methodes uit voor het verwijderen van het teak. Eerst beginnen ze nog netjes met het verwijderen van bouten uit het teak om het teak zoveel mogelijk te bewaren, maar aan het einde van de dag zijn ze tot de conclusie gekomen dat het teak verdomde goed vast gekit zit. De snelste methode is om de latten in stukken te zagen, de staalbeitel of koevoet er zo goed mogelijk tussen/onder te zetten en daar vervolgens met een flinke hamer tegenaan te slaan. De bouten worden er dan mee uitgeslagen. Grote stukken teak bewaren, zit er dus niet in, helaas.

Als ik aan het einde van de dag terugkom van de co-work-plek heeft Joost inmiddels meerder hartverzakkingen gehad en is hij wat grijze haren rijker. “Ze begonnen vlak naast de mast met die grote hamers tegen het teak te slaan zonder ook maar iets van bescherming rond de mast. Hetzelfde gold voor bij de ramen in de kajuit. Ik heb er maar gauw wat hout en karton tegenaan gezet”, vertelt Joost. Samen staan we naar het dek te kijken. Ze hebben ongeveer 10% van het teak eraf weten te krijgen. “Dit wordt nog een pittige klus”, mompel ik. “Jup”, bromt Joost, “maar het begin is gemaakt.” We sturen een fotootje naar Ignacio. Hij reageert meteen: mooi! En nu zorgen dat ze morgen weer komen.

Een vergiet

Gelukkig hoeven we ons daarover geen zorgen te maken. De rest van de week wordt er hard gewerkt. We zijn héél blij dat we dit hebben uitbesteed. Het is zwaar fysiek werk. De gedeeltes van het dek die door de vorige eigenaar nog vernieuwd zijn, zitten met een andere kit vast die blijkbaar nóg beter hecht dan de oude. Stukje voor stukje komt alles los. Beide partijen zijn dan ook blij als op vrijdagmiddag alles eraf is. Ondanks dat er geen gaten in het stalen dek zijn gevallen door roest, is ons dek toch één groot vergiet. De boosdoeners zijn de bouten waarmee het teak op het dek bevestigd zat. We worden van verschillende kanten gewaarschuwd voor de zooi die het stralen geeft: het zand en water gaat overal, maar dan ook overal, tussen zitten. We gaan dan ook niet akkoord met het voorstel van Cosme om het dek te stralen zonder eerst die gaten te dichten. Lassen dus! Onze hoop dat het dek gestraald is voordat Joost naar Europa vertrekt, is inmiddels vervlogen.  Om het proces toch wat te versnellen besluiten we om zelf het weekend door te klussen. Er zitten namelijk nog behoorlijk wat kitresten op het dek. Daardoor zijn alle gaatjes moeilijk te vinden. Gewapend met de multitool kruip ik het hele dek over, zodat er maandag gestart kan worden met lassen. Het idee weer een semi waterdichte boot te hebben voordat Joost vertrekt, staat ons allebei wel aan. Joost houdt tijdens het lassen binnen de wacht om ervoor te zorgen dat het interieur niet per ongeluk vlamvat, terwijl ik nog wat uurtjes in de co-work-plek doorbreng voor mijn Spaanse les en werk. En dan is het tijd om de rollen om te draaien: Joost gaat naar familie en vrienden en ik trek de handschoen van projectmanager/opzichter aan.

Op de dag dat Joost vertrekt is het meteen al feest: de ergste regenval in jaren treft Buenos Aires. Joost zijn vlucht is flink vertraagd, de auto’s drijven door de tunnels in de stad en binnen in de boot moet ik pannetjes en dweilen neerleggen. We blijken dus nog niet alle gaatjes gevonden te hebben. Na nog een extra dagje lassen denk ik dat we er klaar voor zijn: laat dat stralen maar beginnen. Maar dan krijg ik een telefoontje van Cosme dat de jachtclub bij nader inzien toch niet toestaat het dek te stralen terwijl de boot in het water ligt. Wat een tegenvaller… Er is namelijk een ellenlange wachtlijst om het water uit te gaan, we moeten extra kosten maken en het is vooral ook een behoorlijk gedoe om in mijn eentje een boot uit het water te laten liften terwijl die half uit elkaar ligt (zonder stuurwiel en werkende motor).

Plan C

Toch heb ik geen andere keus. Na lang wachten, meerdere keren heen en weer naar de administratie over hoe en wanneer we uit het water kunnen, krijg ik uiteindelijk een datum waarop de boot een dag in de kraan kan hangen voor het stralen. Cosme zegt er ook klaar voor te zijn en belooft me dat het lukt in één dag. De dagen ervoor ben ik zoet met alles inpakken, nog meer aftapen en me mentaal voorbereiden op de grote dag. Met hulp van de mannen van de club staat de Awa om 09.00 uur op het droge. Cosme komt dan ook al snel aanrijden, maar moet eerst nog even zand halen. Dat had je eerder moeten doen, denk ik bij mezelf, maar ik houd me in. Ik vervang een paar anodes. Dan bel ik Joost. Die is bijna net zo gespannen als ik, maar kan niks doen: hij zit thuis bij zijn ouders. Ik ben blij om ‘m te spreken, maar barst in tranen uit als hij vraagt of ik niet ook nog even de antifouling kan bijwerken waar nodig. “Nee, sorry, het is even genoeg. Ik ben op van de zenuwen. Ik geloof dat het even goed is zo.” Joost reageert gelukkig begripvol en snapt het als ik zeg dat ik toe ben aan een bakje koffie. We hangen op en ik loop naar de Wandelaar, een andere Nederlandse boot in de haven. Daar staat net een dampende pot koffie op tafel. Perfect om even alle spanning van me af te praten.

Als ik rond een uur of elf polshoogte neem op de werf, zie ik dat ze begonnen zijn met stralen. Ik besluit maar aan het werk te gaan en regelmatig even bij de boot te gaan kijken. Aan het einde van de middag krijg ik een telefoontje van Cosme. “Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat we het stralen niet afkrijgen voordat ze je boot vanmiddag terug het water in willen kranen. Het goede nieuws is dat ik ze heb overgehaald de boot een nacht in de kraan te laten hangen zodat wij ons werk af kunnen maken vanavond.” Inwendig spring ik bijna uit mijn vel, maar goed, hij houdt in ieder geval zijn woord. Als ik tegen zessen nog maar eens ga kijken, zijn ze bezig het zand van het dek te spuiten. Blijkbaar zijn ze klaar. Cosme kijkt me schuldbewust aan: “We zijn klaar, want het zand is op.” Ik kijk hem vragend aan: “Huh, hoe bedoel je?” “Nou”, legt Cosme uit, “we hebben twee keer zoveel zand gebruikt als we hadden ingeschat, maar we hebben er niet alles mee kunnen stralen. Dat ligt aan de dikke laag plamuur onder de verf in de binnenboeing.” Ik vraag of ik even aan dek mag kijken. Cosme knikt en klimt achter me aan de ladder op. “En, wat denk je ervan?”, vraagt hij. Ik knik goedkeurend: “Wat jullie gedaan hebben, ziet er goed uit, maar ik ben niet blij met wat nu nog niet gedaan is.” Ik wijs naar het verhoogde kajuitdakje, de kuipvloer, de kuiprand en de plekken onder de potdeksel. “Tja, ik snap het. Ik wilde dat het anders was, maar het zand is echt helemaal op. Tenzij je nog een dag de boot eruit en erin wil halen, denk ik dat we die plekken met de slijptol etc. moeten behandelen.” Ik baal flink en mor nog wat, maar besef me dat het geen zin heeft om hoog van de toren te gaan blazen. Zodra het meeste zand van dek is, gaat Cosme er vandoor met zijn mannen. Ik blijf achter met een kaal dek, een hoop zand en nieuw tevoorschijn gekomen schroefgaatjes. Tijd om de schade binnen op te nemen.

Voorzichtig probeer ik het luik te openen. Piepend een knarsend schuift dat open. Daar zit in ieder geval zand tussen constateer ik. Ik werp een blik naar binnen voordat ik zelf het trappetje af ga. Op het eerste gezicht lijkt het allemaal mee te vallen. Ik besluit eerst gebruik te maken van de uitnodiging om aan boord van de Wandelaar te gaan eten en daarna nog wat beter te kijken. Als ik laat op de avond vanuit een warme kajuit afscheid neem en terug de Awa op klim ben ik bekaf. Het is koud in de boot. Ik bewaar de inspectieronde voor morgen en duik mijn bed in. Alles wat eventueel nat is, is toch al nat. Dat er dingen nat zijn, voel ik zodra ik onder mijn dekbed kruip: blijkbaar was het rubber van het dekluik niet volledig bestand tegen de harde straal. Ik slaap er gelukkig niet minder om en droom van zonnige zeiltochten met warme appeltaart.

16 reacties

  1. Dit geeft toch wel beter beeld van wat je te verstouwen hebt gehad met die mannen daar Marrit; meer dan ik eerder dacht. Petje af meid!!!!

    En wat wordt ze weer mooi nu. Droom maar vast van een mooie tocht zuidwaarts.

    1. Haha, nou die mannen had het uiteindelijk ook moeilijk met mij gelukkig. Ze vonden me zo kritisch dat ze hebben getwijfeld of ze door wilden werken aan onze boot. 😉

    1. Dank je wel! Zo af en toe ben ik ook wel heel direct geweest hoor. Dan waarschuwde ik vooraf alleen wel even: hier komt een Nederlandse directe opmerking… 😉

  2. Ze hebben daar de nederlanders dus wel leren kennen , goed gedaan hoor! Hopelijk gaat alles nu naar wens en kunnen jullie weer verder. Succes!!

  3. Dacht ik dat jullie op de Canaries al behoorlijk gewerkt hadden, dit slaat echter alles. Werken in den vreemde vraagt een speciale mind-set. Dat is dus gelukt. Jullie hebben zicht op het vervolg. Bravo. Mar en ik hebben een andere weg gekozen en zijn nu via Suriname in Trinidad aangekomen. Het volgen van jullie vlog is leuk en als we de kans krijgen kijken op jullie site. Veel sterkte de komende tijd en jullie weten dat jullie samen heel veel aankomen. Groet van ons als buren in Las Palmas en Mindelo.
    Mar en Niek ab takTerhingga

    1. Wat leuk om te lezen dat jullie ons nog steeds (online) volgen! Gaan jullie het najaar nog meer van de Carieb ontdekken? Of zien we jullie wellicht aan de andere kant van het Panamakanaal?

  4. It moat earst op syn slimst en oan alle ellende komt immen in ein.
    Petsje âf Marrit, meinammen omdatst it allinich dwaan moest, omdat die lange slungel fan dy sa nedich efkes nei syn mem moest (mar net heus). 🤣 Aansen kinne jimme wer jierren foarút en better dizze klus yn BA dan yn it djippe súden. Leau my, dêr kinst net folle.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *