Caipirinha’s, klusjes en carnaval

Negentien dagen leefden we tussen een blauwe zee en een blauwe lucht. Dus is het tijd daar wat ingrediënten aan toe voegen. Zoals gerestaureerde koloniale gebouwen en klinkertjes die erg doen denken aan Portugal. Vervallen maar kleurrijke betonnen flats daar tussenin en omheen. Heel veel mensen. Heel veel muziek. Capoeira. Trommels. Toeristen. Nieuwe Havaianas-slippers. Twee caipirinha’s met verse pasteis. Nog een grotere groep met trommels. En voor de veiligheid nog wat politie. Militaire politie, civiele politie, federale politie, toeristen politie en vrouwen politie. In het oude centrum van Salvador, Cidade Alta, hangt carnaval in de lucht. Of zou het er hier het hele jaar door zo aan toe gaan? Om alvast een beetje in de stemming te komen, bezoeken we het carnavalsmuseum. We leren dat Salvador het grootste straatcarnaval in de wereld huisvest. Daarbij hebben ze een eigen muziekstijl, met Afrikaanse invloeden. Salvador had als eerste koloniale hoofdstad van Brazilië ook één van de eerste slavenmarkten en vormt daardoor nu het centrum van de Afro-Braziliaanse cultuur. Een gek idee dat we, vanuit Gambia, dezelfde route hebben gevaren als de slaventransporten destijds.

Voor een simcard worden we door de havenmeester naar het winkelcentrum Lapa verwezen. Het schijnt nog niet zo makkelijk te zijn er één te bemachtigen als toerist. Omdat je een bepaalde persoonsgebonden code nodig hebt. Met handen en voeten, en Google Translate, proberen we bij verschillende telefoonwinkeltjes duidelijk te maken wat we willen. Er zijn maar weinig Brazilianen die een andere taal spreken dan Portugees. Helaas kan niemand ons hier helpen. Maar we staan nog niet buiten het winkelcentrum, of worden al aangesproken door een vrolijke straatverkoper. “Simcard?” “Ja, graag! Maar we hebben geen CPF…” “Geen probleem, het is alleen iets duurder.” Hoe dit precies werkt, geen idee, maar we zijn verbonden. Behalve simcards, wordt er op straat ook verse groenten en fruit verkocht. Beladen met de lekkerste ananassen, bananen, mango’s en avocado’s, en maar een paar euro lichter, lopen we weer terug naar de haven.

Vanwege een boatshow moeten we alweer gauw uit de haven weg. Om nog een beetje bij te komen van de oversteek en de overweldigende miljoenenstad direct aansluitend, besluiten we de Bahia de Todos os Santos in te varen. Het is prachtig om weer eens over vlak water te zeilen. Tegenover Salvador ligt het kleine stadje Itaparica op het gelijknamige eiland, waar we veilig voor anker kunnen. En veilig betekent hier helaas niet alleen beschut tegen golven en wind. Het grote verschil tussen arm en rijk in Brazilië leidt ertoe dat niet alleen diefstal, maar ook gewelddadige berovingen af en toe voorkomen. Het is moeilijk voor te stellen: we ontmoeten vooral vrolijke, behulpzame en ontspannen mensen. Maar, het gaat goed tot het fout gaat. Het wordt ons afgeraden de Rio Paraguacu op te varen. Een beetje teleurgesteld volgen we deze wijze raad op. Later liggen we naast een Frans echtpaar dat al 27 jaar in Brazilië rondzeilt. Vier jaar eerder zijn ze wél deze rivier op geweest. Ze zijn er overvallen met vuurwapens, vastgebonden en de boot is volledig leeggeroofd. “Maybe we’ll try next year to sail there again, I think it’s safer now,” zegt hij hoopvol.

Gelukkig is het lang geleden dat de laatste Europeaan door indianen is opgegeten op Itaparica. In een spiegelgladde baai, tussen een witte zandbank en de gekleurde huisjes langs de boulevard laten we het anker vallen. De boulevard eindigt bij een wit fort met daarnaast een geel met wit gestucte kerk. Beide in de herkenbare koloniale stijl van de Portugezen, zoals we nog vaker zullen tegenkomen in deze omgeving.

“Als we Carnaval in Rio de Janeiro mee willen maken, moeten we wel één van deze dagen vertrekken.” We zitten gebogen over de kaart en de weerberichten. Rio is ongeveer tien dagen varen, en eigenlijk hebben we geen zin om zo snel alweer zo lang op zee te zitten. Maar als we carnaval in Salvador willen vieren, moeten we nog twee weken “wachten”. “Is Carnaval dan echt zoveel beter in Rio dan hier?” vraag ik Marrit. We leren dat Rio de Janeiro uitblinkt in de kostuums en praalwagens, maar dat carnaval in Salvador op straat gevierd wordt en voor iedereen toegankelijk is. Hoewel we eigenlijk meer voelen voor het eerste, bepaalt de verwachte lichte wind op de route dat we toch blijven.

Als we weer ankerop willen, merk ik dat de ankerlier het niet meer doet. Dit maakt het zoeken naar het probleem van de haperende boegschroef waarschijnlijk wel een stuk eenvoudiger, omdat deze op dezelfde accu’s is aangesloten. Het lijkt alsof de vele mijlen varen en de hete, vochtige, zilte omgeving z’n tol begint te eisen. Het bedieningspaneel van de motor heeft last van haperende contacten, de schroefasgenerator heeft het volledig begeven en de stuurautomaat geeft af en toe een motorstoring. Daarnaast staat er water in zowel de gasbun, als de ankerbak. En in de bilge staat een cocktail van zeewater, olie, bier en frisdrank. Dat eerste is niets nieuws, maar die drankjes horen daar zeker niet. Blijkbaar is de overtocht te veel geweest voor de voorraad drinken. Het hete weer nodigt niet echt uit om de klussen aan te pakken, maar met de luxe van de volledig beschutte ankerplekken rondom Ilha dos Frades moeten we er toch aan geloven. Het zweet spoelt gelukkig snel weg bij een duik in het water. En als het een dag echt te warm is om te bewegen, schrobben we het onderwaterschip schoon.

“Joost, snel, pak je camera”, roept Marrit, “daar vliegt een papegaai!”. Maar erg snel hoef ik niet te zijn. Voor ik het weet zit een grote geel-blauwe Ara bovenop de bimini. Dan op de zeereling. En als ik niet achteruit had gedeinsd, had hij zeker op mijn schouder gezeten. Hij denkt blijkbaar dat er wat te halen valt. Met z’n grote klauwen en scherpe snavel klautert hij zeker een kwartier de hele boot rond. Maar als hij, zelfs na een paar kunstjes, niets krijgt, gaat hij het bij de buren proberen, waar hij meer succes heeft.

Tussen het klussen door, wisselen we af en toe van ankerplek en verkennen de omgeving. Helaas blijkt het niet mogelijk stukken te wandelen op de eilanden, omdat deze allemaal privébezit zijn. Stranden zijn in Brazilië echter bij wet openbaar en dat heeft een interessante cult tot gevolg. Overdag komen tientallen speedboten, zeilboten en toeristenboten vanuit Salvador naar de eilanden, om voor anker te gaan bij de strandjes. Een beetje speedboot heeft in de spiegel een flinke hoeveelheid boxen ingebouwd, zodat je, al badderend achter de boot, van de muziek en je caipirinha kunt genieten. En degene met de grootste installatie, heeft het minst last van de muziek van de buurman.

“Vandaag heeft hij nog twee plekken, maar voor de rest van de week weet hij het niet.” Marrit hangt net de havenmeester van Terminal Nautica Marina op. We merken het vaker deze reis. Volle havens waar je er niet echt van op aan kunt dat je er terecht kan. En dat geldt natuurlijk helemaal voor een betaalbare haven, in het centrum van Salvador, op loopafstand van de carnavalsoptochten. “Laten we dan maar gewoon gaan, dan kunnen we misschien zelfs nog iemand naar de koelkast laten kijken.” Later blijkt de betaalbaarheid tegen te vallen. Vanwege carnaval is de prijs meer dan verdubbeld. Ook de reparatie van de koelkast gaat niet zoals gehoopt. Vijf keer moet de monteur terugkomen. Een kleine tweehonderd euro lichter heeft als resultaat dat de koelkast het nog geen dag volhoudt. Misschien hadden we beter moeten weten, bij een dertig jaar oude koelkast. Helaas is een nieuwe hier ook niet zomaar geregeld. We bezoeken de wasserette, de markt voor groente en fruit, en, voor het eerst sinds de Canarische Eilanden, ook weer een échte supermarkt. Met een selectie échte Hollandse kazen. De prijs van € 30,- tot zelfs € 60,- per kilo schrikt ons niet af een heel klein stukje te kopen. De verleiding is te groot.

“Hé, de buurman is bezig een elektromotor uit elkaar te halen, misschien moet je even gaan kijken,” spoort Marrit mij aan. Even later zitten we gezellig met z’n allen in hun ruime kuip. De elektromotor van de stuurautomaat ligt uit elkaar voor me. Met Duits kwaliteitsgereedschap, een zeer precieze Duitse monteur die ons op afstand door de verschillende stappen heen helpt en wat biertjes om de moed erin te houden, geef ik de motor een opknapbeurt.

Hoewel carnaval het hoofdthema van ons tweede bezoek aan Salvador had moeten zijn, komt het nu een beetje tussen de bedrijven door. Maar we krijgen er in ieder geval wel een goed beeld van. Na gefouilleerd te zijn lopen we wat onwennig de straat in van de carnavalsoptocht in Cidade Alta. De informatie die we online konden vinden was wat gebrekkig, maar op straat lijkt het wel goed georganiseerd. Overal zien we militaire politie en militaire brandweer die in rijtjes door de straten marcheren. Langs de route hebben ze op tactische plekken uitkijkposten ingericht. Ontelbare kraampjes met snacks en door ijs gekoelde drankjes staan langs de route, en worden regelmatig met nieuw ijs bevoorraad. Vanwege de waarschuwingen voor zakkenrollers hebben we niets anders bij ons dan een beetje geld. Na een half uurtje lopen komen we de eerste “Bloco” tegen. Grote vrachtwagens met een gigantische muziekinstallatie en artiesten erbovenop, genaamd Trio Elektricos, worden vergezeld van feestende menigte ervoor en erachter. Een touw scheidt deze mensen van de toeschouwers langs de route. Na rondgedwaald te hebben ploffen we neer op wat plastic stoeltjes bij een kraampje en genieten vanaf daar van de kleurrijke, vrolijke en schaars aangeklede mensen om ons heen.

Het grootste spektakel maken we mee in de wijk Barra. Onbekend als we zijn hebben we twee taxi’s nodig om op de juiste plek uit te kunnen stappen. Vervolgens raken we verstrikt in een mensenmassa naast een Trio Elektrico (Voor de kenners, koningsdag in Amsterdam is hierbij vergeleken niets). Maar dan vinden we een rustiger plekje, bovenaan een heuvel, en kijken we onze ogen uit. Duizenden mensen, kraampjes, lichtjes, kleuren en muziekklanken. Na een flinke zoektocht kruipen we moe en voldaan weer in een Uber, die inmiddels vierhonderd procent duurder geworden is.

Dan is het tijd om richting Rio te varen. Niet omdat we dat per se al willen, maar vanwege een bureaucratische vergissing van de Capitania dos Portos. En waarschijnlijk heeft de taalbarrière hier ook iets mee te maken. Lang verhaal kort. In het land Brazilië klaar je in en uit bij de Immigratiedienst, Douane en Havendienst. Maar je moet ook in- en uitchecken, elke keer als je wisselt van staat. Dit doe je bij de Immigratie- en Havendienst. Dit uitchecken probeerde ik enkele dagen vooraf te doen. Dat leek eerst niet te kunnen, maar enkele dagen later komt plots de havenmeester met de juiste papieren aangelopen. Helaas hebben ze niet de datum overgenomen die ik had opgeven en dit betekent dat we binnen 72 uur moeten vertrekken. Rectificeren zou waarschijnlijk weer een halve dag kosten, dus weer of geen weer, we gaan. De laatste missie is om olierijk bilgewater in te leveren en ergens een zak ijs te halen voor in de koelkast. Vijf minuutjes later ben ik terug. Hoe groot is de kans dat er een vrachtwagen met zakken ijs, precies geparkeerd staat naast het chemisch afval, in de hoek van het haventerrein?

Het blijkt geen weer… Na een onstuimige dag op zee, met veel regen, onweersbuien en 25 knopen wind tegen, zoeken we toch maar beschutting op de eerstvolgende rivier. Gelukkig stuurt de stuurautomaat soepeler dan ooit. En, we eten als koningen, want alles wat we zonder koelkast niet vers kunnen houden, moet op. De schroefasgenerator missen we niet, nu onze grootste stroomvreter het heeft begeven. En ach, die drankjes, die waren toch al in de bilge gelekt.

20 reacties

  1. Zo leuk weer! Herkenbaar geen koelkast haha, al is het bij jullie iets warmer.. En chapeau voor het fixen van de stuurautomaat! Geniet!

  2. Hoi Marrit en Joost,
    We hebben weer erg genoten van dit verhaal en er kwamen weer mooie herinneringen boven.
    Goede reis en veel plezier daar!

    Cora en Rob.

  3. Beetje mosterd na de maaltijd deze reactie. Maar goed. Ik dacht ik laat nog even weten dat ik heerlijk vind om jullie verhalen te lezen en foto’s te bekijken terwijl ik geniet van een nachtelijke sterrenhemel vanuit de kuip! De humor, de beeldende beschrijvingen, de leuke anekdotes afgewisseld met zinvolle informatie maakt jullie verhalen fantastisch! Echt top!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *