Monstergolf

Geschreven door ons tijdelijke bemanningslid Lotte, deel II.

Na een nacht tussen de vrachtschepen, vissersboten en talloze meeuwen, vertrekken we bijtijds uit Leixos. Leixos ligt vlak naast de monding van rivier de Douro. Even overwegen we nog de Douro op te varen naar Porto, maar aangezien we alle drie al eens in Porto zijn geweest, besluiten we deze links te laten liggen. We willen graag gebruik maken van de mooie noordenwind die nog waait. Het plan is om naar Aveiro te varen. Dit is een deltagebied, dus we verwachten Nederlandse taferelen: plat, eb- en vloed, veel slijk en harde stroming. Binnen dit gebied kunnen we op verschillende plekken liggen en dat komt mooi uit, want het lijkt de komende dagen windstil te worden. Aanvankelijk vetrekken we met de motor bij, want de wind moet nog op gang komen. Dit is een patroon wat we vaker zien: waarschijnlijk wakkert de wind in de middag aan door opwarming van land.

Omdat het deltagebied met eb en vloed leeg – dan wel vol stroomt,  moeten we van tevoren bepalen hoe laat we naar binnen willen, zodat we niet te veel last hebben van stroom tegen. We komen prima op tijd binnen en hebben wat stroom mee. Marrit zeilt hierdoor met een snelheid van bijna 10 kts soepeltjes de riviermonding op. Joost wordt hier toch wat nerveus: “Vaar je niet voorbij de ankerbaai!?”

Volgens de pilot kan je op de rivier ankeren. Vanwege springtij stroomt het alleen extra hard. Daarom ankeren we in een kunstmatige baai die is aangelegd bij het dorpje São Jacinto. Hier liggen we beschut tegen zowel stroming als deining. Regelmatig vaart er een pont heen en weer en er liggen veel vissersbootjes. De volgende ochtend blijkt dat Portugezen fanatieke vissers zijn. Het is een drukte van jewelste met langs sjezende vissersbootjes. Gezien Joost toch meer van het surfen is dan van vissen, wandelen wij naar het strand: er kan mogelijk gesurft worden. Er ligt niemand in het water en de golven zijn hoog en rommelig, dus dat is wel even spannend. Joost weet enkele golven te pakken onder scherp toezicht van Marrit en mij. Na de sessie stranden we op een terrasje van het dorpje wat vooral in het hoogseizoen toeristen lijkt te trekken. Nu is het op een handjevol Portugezen en enkele toeristen na, heel rustig. De koffie is lekker en het gebak heerlijk (zoet)!

Met de windstilte besluiten we met eb verder de rivier op te varen richting de plaats Aveiro. Onderweg komen we bijzondere inwoners van dit deltagebied tegen: flamingo’s! Het is even zoeken aangezien deze flamingo’s niet zo roze zijn als wij verwacht hadden, maar hun grote koppen zijn heel herkenbaar. Ook zien we tijdens eb veel vissers in het slijk met traditionele vissersboten, de zogenaamde bateiras. We zien de vissers door de modder ploeteren, zonder dat we begrijpen wat ze doen. Na een korte zoektocht op internet kom ik erachter dat deze vissers zoeken naar kokkels en mosselen.

In de stad Aveiro zien we dat het plaatsje bekend staat om zijn bateiras en wordt daarom wel ‘Venetië van Portugal’ genoemd. Ook zijn de Portugezen niet vies van een geintje, wat blijkt uit de komische schilderingen op de voorsteven van de boten.

Na een nachtje aan de steiger in Aveiro besluiten we weer de zee op te gaan. Er is weer een paar dagen noorderwind voorspeld namelijk. Bij Figueira da Foz beleven we een spannend moment als we bijna tussen de havenhoofden liggen. De motor begint te stotteren om er vervolgens helemaal mee op te houden. Gelukkig hebben we de zeilen nog niet naar beneden. We draaien terug de zee op en Joost vindt gelukkig heel snel de oorzaak: een bijna lege dagtank. Pfieeeuw…

Na een ochtend rondkijken in het stadje varen we weer door. Dit keer gaan we iets later weg dan de dag ervoor zodat we meteen lekkere wind hebben. Dit betekent wel dat we in het donker aankomen in Nazaré, maar volgens de pilot moet dat geen probleem zijn. De zeiltocht verloopt prachtig. We hebben meer wind dan verwacht en kunnen bijna het hele stuk met de gennaker varen. We krijgen meermaals bezoek van dolfijnen. Ook wanneer het al donker is zien we de dolfijnen door het water schieten. Door de lichtgevende algen, krijgen ze een verlichte waterstraal achter de staart aan als een soort torpedo. Een prachtig gezicht. Ze blijven ongeveer een half uur rondom de boot spelen. Zo lang kwamen ze niet eerder op bezoek.

Bij de aanloop van Nazaré zijn we alert. De plaats staat bekend om zijn monstergolven. Deze ontstaan omdat er zich voor de kust van Nazaré een kloof van 5 kilometer diepte bevindt in de zeebodem. De golven bouwen zich op bij de relatief ondiepe kust ter hoogte van een landarm die de zee in steekt en kunnen tot wel dertig meter hoog worden. We nemen een ruime bocht om deze landarm heen en varen over een rustige oceaandeining richting de tamelijk smalle haveningang. Van mostergolven is hier nu zeker geen sprake. Omdat er in de haven van Nazaré geen mogelijkheden zijn om voor anker te gaan, knopen we in het donker vast aan een steiger. De volgende dag verkennen we het vissersdorp. Het blijkt ook een toeristische hotspot te zijn. Waarschijnlijk mede omdat hier op Praia do Norte, de hoogste golf ooit gesurft is. Daarnaast staat het plaatsje bekend om de vele visrestaurantjes. Wij gaan dan ook uiteten en bestellen een verse vis. Simpel bereid, maar heerlijk!

Afgelopen weken heb ik zo veel surfinspiratie opgedaan dat ik toch zelf ook wel nieuwsgierig ben geworden. Ik trek de stoute schoenen aan en neem een surfles. Uiteraard niet op Praio do Norte, waar ook met rustige zee de golven algauw vier meter zijn, maar op het strand bij de plaats. Joost gaat gezellig mee en pakt zelf wat golven. Ik zit voornamelijk in de wasmaschine (het witte schuim, wanneer de golf breekt), maar het lukt gelukkig toch om een paar keer op de plank te staan.

Wanneer het weer omslaat en er regen en zuiderwind voorspeld is, loopt toevallig ook mijn vakantie ten einde. Het afscheid valt mij zwaarder dan de eerste keer, aangezien ik nu niet precies weet wanneer ik Joost en Marrit weer zal zien. We roepen dan ook grappend tegen elkaar: “Tot in Suriname!” voordat ik ’s ochtends vroeg de bus instap. Gelukkig ben ik mijn tandenborstel vergeten mee naar huis te nemen, zo kan ik altijd bij hen terecht!

Lieve Joost en Marrit, bedankt dat ik jullie tijdelijke bemanningslid mocht zijn. Het was heerlijk. De gezelligheid aan boord mis ik nu al. Behouden vaart!

Lot, het was genieten om je aan boord te hebben. Kom gauw nog eens!

4 reacties

  1. Het leegdraaien van de dagtank is een groot ongemak.
    Ontluchten van de olieleidingen , heel vervelend.
    Ik voorkwam dat door als een neuroot soms om de 30 minuten het
    trapje omhoog te halen ter controle.
    Het gaat geweldig met jullie, houden zo.
    Recht zoals die gaat.
    Jack Th.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *