Een race tegen de klok

(c) Sailing Energy The - Ocean Race

“Tja, waar zullen we eens beginnen”, vraagt Joost. We zitten in de kuip en bestuderen allebei onze eigen vers opgehaalde perskaart. Het laatste zonnetje geeft nog net voldoende warmte om buiten te zitten. Ik pak mijn telefoon en begin notities te maken: “Een boottour regelen met Rosalin Kuiper, foto’s schieten op het Ocean Live Park, opnieuw langs de federale politie. Zoiets eerst maar?” “Hmm… ja”, zegt Joost terwijl hij een slok drinken neemt.

We zijn net een dag in Itajaí en het voelt alsof we in een stroomversnelling terecht zijn gekomen. De laatste nacht voordat we aankomen krijg ik enorme buikgriep. Joost vaart dus van 23.00 uur ’s avonds tot de volgende ochtend 06.30 uur de boot alleen terwijl ik mezelf heen en weer sleep tussen de wc, puts en m’n kooi. De rest van de dag ben ik geen stuiver waard, terwijl Joost ons inklaart bij de benodigde kantoortjes, contact heeft met de redactie van Zeilen over content maken voor The Ocean Race en mij nog een beetje probeert op te lappen. (Voor de niet-zeilers onder ons: The Ocean Race is één van de grootste internationale zeilwedstrijden ter wereld.) Vooral het inklaren duurt eindeloos, maar hij heeft wel goed nieuws. De dienstdoende beambte vertelde hem dat we op laatste dag van ons visum terug kunnen komen voor een verlenging, iets wat normaal gesproken niet mogelijk is. In eerste instantie zijn we heel blij. Dit betekent namelijk dat we rustig de tijd kunnen nemen om verslag te doen van The Ocean Race en daarna een goed weervenster kunnen afwachten om verder naar het zuiden te varen. Maar dan bedenk ik me: “Wat nou als blijkt dat het uiteindelijk op moment suprème toch niet kan? Dan zitten we mooi in de val als we onmiddellijk het land moeten verlaten terwijl het slecht weer is.” Joost knikt langzaam. “Ja, dat bedacht ik me ook op de fiets terug”. We besluiten het even te laten voor wat het is en rollen vroeg ons bed in. Letterlijk binnen 5 seconden is Joost vertrokken.

Mazzel

De dagen erop lopen of fietsen we geregeld heen en weer tussen het media centrum op het Ocean Live Park en de marina. De ene keer met laptops op de rug, de andere keer met een fotocamera om de nek, maar in ieder geval steeds met die perskaart trots om onze nek. Van geliefden en trouwe reisgenoten zijn Joost en ik ineens collega’s geworden. We hebben er wel lol in en maken de flauwste grappen onderling. Die week hebben we meerdere keren pure mazzel. Allereerst als Joost bedenkt dat Rosalin Kuiper in Nederland is. Zij is de enige Nederlandse zeiler die deelneemt aan de volledige Ocean Race deze editie in de Imoca klasse. Over een paar dagen vliegt ze dus terug naar Brazilië. De nieuwe fotolens die we bestelden (nadat we erachter kwamen de kapotte lens niet te repareren was in Brazilië), ligt ook in Nederland. Rosalin blijkt heel benaderbaar en zeker de beroerdste niet: ze wil de lens wel meenemen voor ons!

Drie vliegen in één klap

De tweede keer mazzel hebben we als we de zeilmaker van één van de teams aan het werk zien. Hij zit tussen joelende kinderen, een grommend zeemonster en een open gezaagde raceboot onverstoord een grootzeil te repareren. We spreken hem aan en al snel vraagt hij: “Where you from?” “From The Netherlands”, antwoorden wij in koor. Hij grinnikt: “Ik dacht al zoiets te horen aan het accent”. Hij blijkt oorspronkelijk Vlaams te zijn en we babbelen er dus vrolijk op los in het Nederlands. Hij belt zijn Nederlandse collega die de teamcoach is van zijn team en zo hebben we binnen vijf minuten twee interviews geregeld, in het Nederlands nog wel!

We zitten net de interviews uit te werken in het media centrum als we een blonde meid voorbij zien lopen met achterop haar shirt ROSALIN. Joost springt meteen van zijn stoel en roept haar. Zoekend kijkt ze achterom. Met uitgestoken hand loopt hij naar haar toe. “Jij moet vast Joost zijn”, zegt ze meteen. “Dat heb je snel gezien”, antwoordt Joost. Ze is op weg naar de arts die met The Ocean Race meereist om naar het litteken van haar hoofdwond te laten kijken. Bij de vorige etappe werd ze namelijk uit haar bed geslingerd in zwaar weer. Ze maakte een behoorlijk smak en liep daarbij een hersenschudding en dus een lelijke wond op. “Ik heb je lens in onze team base gelegd”, zegt Rosalin. “Loop zo anders meteen even mee als je wil.” Daar heeft Joost wel oren naar, want hij kan niet wachten om weer mooie foto’s en filmpjes te kunnen maken.

Onderweg laten we haar weten dat we contact hebben gezocht met de communicatie manager van haar team met de vraag of we een interview met haar kunnen doen aan boord. “Joh, hebben jullie anders nu tijd?”, vraagt Rosalin terwijl ze op haar horloge kijkt. Wij kijken elkaar kort aan en knikken dan heftig ja. Terwijl Joost op de steiger de lens uit de verpakking plukt, sta ik al aan boord van zo’n racebak. Ongelooflijk wat een schip. In 20 minuten tijd is Rosalin bijna non-stop aan het woord. We dachten wel wat zeilboten te hebben gezien inmiddels, maar zo’n Imoca is van een andere orde. Werkelijk niets lijkt hier op onze eigen Awa en er valt heel wat uit te leggen. Joost probeert het intussen zo goed mogelijk vast te leggen met de nieuwe lens. “Zo,” zegt Rosalin aan het einde van haar rondleiding, “ik moet nu verder naar mijn volgende afspraak, maar jullie hebben op deze manier meer tijd gekregen dan wanneer de communicatiemanager het voor je ingepland had.” We grijnzen en bedanken haar uitvoerig. Terug op de boot ploffen we uitgeteld en vooral ook uitgepraat op de bank.

Kers op de taart

De volgende dag beginnen we opnieuw in het media centrum. We beginnen zo langzamerhand steeds meer mensen te (her)kennen. Het lijkt wel of we aan het werk zijn… Zeker nu het zo en toe wat koeler is en we onze fleeces en regenjassen tevoorschijn moeten toveren. Iemand van de organisatie loopt langs en vraagt of we al hadden gehoord dat Annemieke Bes (bekende Nederlandse prof zeiler) meedoet de komende etappe in één van de teams. Ze zegt de communicatie manager van het betreffende team bij ons langs te sturen, omdat we de enige Nederlandse journalisten zijn. Al gauw staat Hélène naast ons. We bespreken wat het leukst en handigst is om te doen: een interview of een boottour. En dan bedenkt ze zich ineens iets: “Maybe you can join one of the Pro Am Races”. Dit zijn korte trainingswedstrijden voor de zeilers waarbij een paar mensen, zoals sponsoren en journalisten, mee mogen varen. Wij schieten meteen rechtop, een twinkeling in onze ogen en antwoorden: “That would be awesome!” Na een telefoontje is het geregeld: wij mogen mee.

Net op tijd

In de tussentijd zijn we opnieuw langs de Federale Politie gegaan om te checken of we echt die verlenging van ons visum kunnen krijgen. Na een uur wachten blijkt dat onze mazzel op is. Het spijt de allervriendelijkste beambte ontzettend, maar het mag écht niet. We balen een beetje, maar zijn ook blij dat we weten waar we aan toe zijn. Het zorgt ervoor dat we extra gedreven zijn om onze content voor Zeilen zo snel mogelijk af te maken. Na afloop van de In-port race (een wedstrijd voor het publiek vlakbij de kust), typ ik gauw ons artikel af terwijl Joost Annemieke en Rosalin nog een paar quotes ontfutselt en dan sturen we de boel op naar de redactie. Ons werk zit erop! Wat een waanzinnige anderhalve week.

Of eigenlijk, begint nu het echte werk: onze reis naar het zuiden. Het weer hebben we steeds in de gaten gehouden en het eerste weervenster om te vertrekken is meteen een dag later. In tien uur tijd halen we een berg boodschappen, doen twee wasjes en maken de boot zeilklaar. Vlak na het avondeten vertrekken we naar Rio Grande, de zuidelijkste haven van Brazilië. De eerste helft van de tocht verloopt wat moeizaam door buien en een wisselende en zachte wind, maar de tweede helft gaat fantastisch. Midden in de nacht laveren we tussen de geankerde tankers door naar het havenhoofd en ankeren direct in de riviermonding. We slapen als roosjes en de volgende ochtend varen we de overige tien mijl naar de stad. Precies op de laatste dag van ons visum klaren we voor de laatste keer in en meteen ook uit bij de drie verschillende kantoortjes: Polícia Federal (immigratie), Receita Federal (douane) en Capitania dos Portos (marine/kustwacht). We zullen ze missen. Een dag later vertrekken we naar Uruguay als het volgende weervenster zich aandient.

Statistieken

We kregen allebei een visum voor 90 dagen bij aankomst. Hiervan hebben we op 39 dagen gevaren (in totaal 1862,3 NM, dit is dezelfde afstand die we afgelegd hebben van Scheveningen naar Peniche in Portugal). We hebben 23 overheidskantoortjes bezocht, verspreid over ongeveer 10 halve dagen (waarvan 3 onjuiste kantoortjes). Dit betekent dat we grofweg 46 dagen over hadden om het land te verkennen (en uiteraard te klussen aan de boot). Joost spreekt inmiddels ongeveer 30 Portugese woorden en ik iets meer, maar vloeiend zullen we nooit worden.

Wat ons verder bijblijft van Brazilië:

  • De goedlachse en ontzettend behulpzame mensen;
  • De muziek die overal door de straten of over het water schalt;
  • De manier van groeten: een duimpje omhoog;
  • De schrijnende sociale ongelijkheid;
  • De gewoonte van mannen om hun (te dikke) buik te ontbloten door hun shirt op te rollen als het heet is;
  • De vele oud model volkswagenbusjes in de straten;
  • Het sappige fruit en de zelfgemaakte vruchtensapjes;
  • De grappige capibara’s;
  • De hoeveelheid politie op straat in de grote steden;
  • De gevaarlijk lekkere caipirinha’s en açai;
  • De hoeveelheid tropische vogels en hun geluiden (hetzelfde geldt voor de muggen, maar die kunnen we missen als kiespijn);
  • De hoeveelheid straatstalletjes met gekoelde goedkope drankjes;
  • De borst- en bil-implantaten bij de Braziliaanse dames.

7 reacties

  1. Heerlijk om te lezen, weer mooie foto’s, waardoor we kunnen meekijken in jullie leven. Die opsomming van ‘bijblijvers’ is verrassend leuk. Op naar de volgende 90 dagen, nu in Uruguay. En succes met het Spaans. Dat kun je nu veel langer gebruiken. Hasta el próximo mensaje en una botella!
    mem

    1. Joost doet vanaf nu nog meer zijn best voor mooie foto’s 😉
      En over de bijblijvers, we realiseerden ons dat we lang niet overal al over hadden geschreven terwijl wij het wel typerend vonden. Dus vandaar!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *