“Ik ga even die foto’s bij de Zeester brengen”, fluistert Joost. “Ja, doe maar”, gebaar ik. Ik ben aan de telefoon. Als ik na een uur ophang, is Joost nog steeds bij de buren die even verderop voor anker liggen. Tja, maar naar bed dan. Dat is lang geleden: niet tegelijk in bed kruipen. Best lekker eigenlijk, het hele bed voor mezelf. De volgende ochtend besef ik dat ik niet eens heb gehoord dat Joost terug is gekomen. “Was het gezellig?”, vraag ik geeuwend. “Ja, zeker”, zegt Joost nog half slaperig. Hij vertelt wat de plannen van de buren zijn en waar ze het verder over hebben gehad. “Oh ja, de foto’s vonden ze leuk! En als we zin hebben, mogen we later vandaag nog wat komen drinken.” “Het was wel leuk zeker om weer eens andere mensen te ontmoeten?”, vraag ik grinnikend. “Ja, eigenlijk wel”, zegt Joost terwijl hij zich met een glimlach naar me omdraait. We hebben het er al een tijdje over: waar zíjn al die andere vertrekkers? Het is reuze gezellig met z’n tweeën aan boord, maar na twee en een halve maand is ander gezelschap ook wel eens leuk. Die avond roeien we dan ook opgetogen naar de Zeester. Niet veel later komen de andere buren, van de Duitse Joy, ook even aanwaaien. Meerdere drankjes en zelfs een bord spaghetti carbonara later, roeien we in het pikkedonker op goed geluk terug naar onze boot. Het ankerlicht hadden we natuurlijk nog niet aan gedaan ‘s middags. Licht aangeschoten van de alcohol en de gezelligheid klim ik terug aan boord. “Misschien heb ik morgen wel een kleine kater”, zeg ik. “Dat zou lang geleden zijn zeg. Maar, we kunnen het nog: sociaal doen.”
We treffen het op de Ria de Arousa. We ontmoeten op verschillende plekken nog drie andere Nederlandse stellen die op weg naar het zuiden zijn. We belanden daarnaast in een appgroep met allemaal andere Nederlandse vertrekkers. Behalve dat daar wetenswaardigheden in gedeeld worden over ankerplekken en info over de volle havens op de Canarische Eilanden, horen we ook over dé orka’s. Deze prachtige dieren leven al lange tijd rond het Iberisch schiereiland, maar een paar groepen hebben sinds een jaar of wat de gewoonte ontwikkeld om zeiljachten aan te vallen. Of het daadwerkelijk aanvallen is of meer spelend leren of nog iets anders daar zijn verschillende theorieën over (in dit filmpje een wetenschapper aan het woord). Hoe dan ook zijn er dit jaar al tientallen “interacties” geweest tussen orka’s en zeilboten. Regelmatig was het gevolg dat de zeilboot stuurloos raakte door het geram en gebijt van de orka’s in het roerblad, vervolgens weggesleept moest worden door de reddingsdiensten en de wal op moest voor reparatie. Niet echt een fijn vooruitzicht, nog los van de angstige momenten dat er meerdere orka’s op je schip inbeuken. We lezen in de appgroep dat een Franse boot een uur lang is aangevallen en daarna weggesleept naar Ribeira. Een dag eerder waren wij nog op die plek. Brr… Het moeten mooie beesten zijn, maar misschien hoeven we ze hier toch nog maar even niet te zien.
Desondanks varen we na een week op Ria de Arousa weer verder. We blijven dicht onder de kust en hopen op het beste. Dat lijkt te helpen, want ineens horen we: trrrrrrrrrrrgggggggghhhhhhhh. De hengel gaat af. VIS! “Ah dat zal wel weer wat wier zijn”, zegt Joost nog. Maar nee! Het is een heuse makreel. Die gaat ’s avonds in de pan en door de mango/rijst salade waar we anders makreel uit blik doorheen hadden gedaan. Makreel smaakte nog nooit zo lekker.
We liggen twee dagen in het haventje van San Vicente del Mar. Joost heeft hier goede golfsurfcondities, ik bak het eerste brood aan boord en we markeren de ankerketting. Daarna varen we door naar Ria de Pontevedra. Deze ria lijkt nog meer bebouwd te zijn dan Ria de Arousa. Het valt ons daarom een beetje tegen. We varen helemaal door tot het einde om de flinke deining kwijt te raken en de binnentrekkende mist voor te blijven. We vinden een onverwacht mooie ankerplek achter Isla Tambo. Voor het gemak kijken we tijdens het eten niet naar stuurboord om de lelijke industrie op die oever niet te hoeven zien. Het is een klein maar imposant eiland: behoorlijk hoog en volledig bebost. ’s Avonds laat is het net één grote zwarte bult. Halverwege de nacht begint het ankeralarm te jengelen. Joost staat binnen no time in de kajuitopening. Na een tijdje komt ‘ie terug: “Je telefoon had geen GPS signaal meer. Waarschijnlijk door de dichte mist. Het is zo mistig dat ik zelfs niks meer van het eiland kon zien.” Gelukkig waait het nauwelijks en durven we er wel op te vertrouwen dat we gewoon op onze plek blijven liggen. Toch balen we extra dat onze Furuno GPS het niet meer doet (door een datum roll over). Blijkbaar vangt m’n telefoon toch een minder sterk signaal dan dat oude vertrouwde beestje.
Na een dagje de toerist uitgehangen te hebben in het nabijgelegen Combarro, varen we verder naar Ria de Vigo, de laatste van de Rias Bajas (of Baixas in het Galicisch). Hier vieren ze op 12 oktober, net als in de rest van Spanje, Día de la Hispanidad. Wij vieren dan een ander feestje: Lotte, Joost z’n zusje, stapt dan namelijk bij ons aan boord.
Leuk om niet alleen plaatjes van wat jullie allemaal zien, te bekijken maar ook jullie zelf in actie te zien op de fiets. Zo’n grote rubberboot is wel heel praktisch. Met die fietsband die wij hebben, zou dit allemaal niet kunnen:)
Hoop dat er nog vele vissen volgen aan die mooie hengel (maar vissen die al spartelen in een plastic zakje is ook handig). Dat brood zag er ook prima uit trouwens.
Veel plezier met jullie matroos komende tijd! Op naar Portugal
🙂 🙂
Ben trots op je Joost, je wordt al een echte visser
Van zo’n vrolijke ankerketting wordt het onderwaterleven vast ook heel vrolijk! Als dat maar niet tot een uitbundig orkafeest leidt. De code is mysterieus. Snappen jullie hem zelf nog?
Wow supervet filmpje!
Leuk dat de boot ook door een andere boot wordt gefilmd.
Bijna in Portugal 🙂