Robinson Crusoë Eiland

Het is 8 uur ’s ochtends. De zon komt nog net niet boven de horizon uit. De haven is nog volledig in rust als wij onze landvasten laten slippen. Met het losgooien glijdt ook langzaam de stress van het opnieuw vertrekken van de afgelopen weken van ons af. We zijn weer onderweg!

We hebben nog maar koud alle indrukken uit Patagonië verwerkt terwijl we ons alweer opmaken voor de langste oversteek uit ons zeilersbestaan: de Grote Oceaan op. De tocht voor vandaag is een fractie van wat ons nog te wachten staat. We dobberen met een klein zuchtje wind naar een ankerplek dichtbij Canal Chacao. Zo kunnen we de doorvaart door deze flessenhals straks goed timen.

Noodvaart

Dit blijkt geen overbodige luxe. Canal Chacao scheidt het grote eiland Chiloë van het vasteland van Chili en is zo’n 1,2 NM breed (een dikke 2km). Daar moet elk getij een enorme vracht water doorheen. Dit zorgt ervoor dat er een behoorlijke stroming staat. Een uur voor laagwater halen we ons anker op. Niet veel later vliegen we met een noodgang (12 knopen!) door het kanaal. Voor we het weten zijn we erdoor. Aangezien het op zee nauwelijks lijkt te waaien, brengen we nog één nachtje door bij Chiloë.

Het anker valt in het water op het moment dat de zon de lucht in vuur en vlam zet. We merken duidelijk dat het najaar in aantocht is: de dagen worden korter. Vogels worden langzaam stil tot we alleen nog het gekabbel van water tegen de romp horen. De avond is vol sterren. Deze worden elke zoveel seconden even kort verbleekt door het licht van de vuurtoren dat over ons heen glijdt. In stilte nemen we afscheid van onze tijd in Chili. En daarmee ook van Zuid-Amerika. Een continent waar ze geen woord kennen voor “moeten”, waar we zoveel warme en behulpzame mensen hebben ontmoet en we de prachtigste plekken hebben bezocht.

Officieel nemen we nog niet helemaal afscheid, want we vertrekken de volgende dag naar Juan Fernandez. Deze archipel is onderdeel van Chili. Net als Rapa Nui, ofwel Paaseiland, waar we daarna nog naartoe willen. We zijn dus nog ingeklaard in Chili en moeten ons net als de afgelopen maanden, dagelijks per e-mail melden bij de autoriteiten met onze positie, snelheid etc.

Wedstrijd

Buiten staat een lome deining en een lichte bries als we Awa de oceaan op sturen. De perfecte start van onze eerste mini-oversteek van 580 NM. Met het vallen van de avond moet de motor aan, omdat de wind het af laat weten. Gelukkig steekt die een aantal uur later weer op en gaat niet meer weg. Sterker nog, het waait flink, dus we schieten mooi op.

Onderweg krijgen we een bericht van de Long John Silver: “…er zijn drie meerboeien. Het is er 30 meter diep, dus ankeren gaat niet echt.” Een snelle rekensom vertelt ons dat we in een wedstrijd zijn beland. Songster ligt aan de tweede meerboei en een kleine 100 NM voor ons uit vaart Rantje. Dat wordt dus een strijd om de laatste meerboei waarbij wij zeer waarschijnlijk aan het kortste eind trekken. Gelukkig lost dit “probleem” zichzelf op: als wij aankomen zijn de eerste twee boten alweer vertrokken. Dat betekent minder gezelligheid, maar wel een rustig gemoed. Ons weerzien met Rantje vieren we met afgehaalde pizza’s en biertjes. Tegen onze verwachting in is er nauwelijks deining in de baai. We slapen dan ook als roosjes.

In de voetsporen van Alexander Selkirk

“Ik wil heel graag een flinke wandeling maken”, zegt Joost. In mijn hoofd ben ik bezig met maaltijden voorbereiden voor onderweg straks, de was die nog gedaan moet worden en het weer dat eraan komt. Maar, ik schuif dit allemaal aan de kant en zeg: “Je hebt gelijk, we moeten zorgen dat we iets van het eiland zien en onze benen strekken nu het nog kan.” Zo gezegd, zo gedaan. We trekken onze wandelschoenen uit de kast, smeren boterhammen en stoppen die samen met twee grote flessen water in een rugzak. Ik prop ons beddengoed in een zak en slinger die over mijn schouder. De wandeling die we uitgezocht hebben, valt namelijk prima te combineren met een bezoekje aan een dame op leeftijd die tegen betaling onze was wel wil doen. Toch nog één to do van mijn lijst gevinkt.

Een steile dirt road brengt ons algauw boven het dorp. Daar gaat de weg over in een smaller wandelpad. Regelmatig kijken we even over onze schouder. Zo af en toe zien we een glimp van de boten die in steeds kleinere stipjes veranderen. Dan staan we stil bij één van de bordjes die we onderweg tegenkomen: Ruïne van het verblijf van Alexander Selkirk. We lopen het zijpaadje in en inderdaad, we vinden de oude stenen die de fundering van een onderkomen moeten zijn geweest. Een bizarre gedachte. Alexander Selkirk heeft zich in 1704 vrijwillig af laten zetten op dit eiland om er vervolgens ruim 4 jaar alleen te overleven. Het boek Robinson Crusoë is later gebaseerd is op dit verhaal. Het vreemde is wel dat dit boek zich afspeelt in het Carieb, het eiland waar we nu zijn Robinson Crusoë Eiland is genoemd en 100 NM verderop het Alexander Selkirk Eiland ligt, terwijl Selkirk daar helemaal niet geweest is.

We lopen door, want dit is niet ons keerpunt voor vandaag. Helemaal op het topje van de berg die we beklimmen was namelijk het oude uitkijkpunt van deze meneer Selkirk. Dat moeten we natuurlijk ook zien. Flink bezweet en met een berg modder onder onze schoenen bereiken we dit punt. We geven Selkirk meteen gelijk: hier heb je absoluut het beste uitzicht over het eiland en omliggend water. Je kan aan beiden kanten van de kam naar beneden kijken. Aan de noordzijde gaat het eiland over in een soort kale vlakte en slaat de oceaan haar golven op de rotsten. Aan de zuidzijde is het veel begroeider en ligt nu het dorp met in de aangrenzende baai de Awa. Het pad loopt nog veel verder aan de noordzijde, maar dat besluiten we onze benen te besparen. Via hetzelfde pad dalen we dus weer af.

Afscheid met pisco sour

Onderweg naar beneden halen we de inmiddels schone en droge was op en sluiten de dag af bij het leukste cafeetje van het dorp. Daar zitten onze vrienden van de Rantje al te wachten met een pisco sour. De beste die we tot nu toe geproefd hebben. Op het terras kijken we nog eens samen naar het weer. Vanaf hier splitsen onze wegen: zij gaan naar Costa Rica, terwijl wij westelijker moeten voor Rapa Nui. De flinke noordwestenwind die in de weersverwachting zit is voor beide dus niet gunstig. Helaas is de baai waar we nu liggen ook niet echt beschut voor deze wind. Het wordt dus kiezen tussen twee kwaden: met tegenwind de zee op of een nachtje stuiteren aan een meerboei. Het wordt het laatste. Een betere voorbereiding voor een lange oversteek is er niet…

8 reacties

  1. Dear friends,
    I follow your trip from the beginning.
    Can you please give me your experience about the Rekere 36. Do you think that is a good boat for a trip like yours? Maybe some charakteristic words over the boat. I want to buy also a Rekere 36? ? ?

    1. Hi Stefan, thanks for tour message! How did you know about our trip? We absolutely love the sailing characteristics of our Awa. She keeps well on course, does great in heavy weather and with nice light weather sails she does good in these conditions as well. Upwind is definitely not her best course and manoeuvring in small marinas you have to practise a bit, because it’s not like “parking a car”. But for us the Rekere 36 is absolutely a great boat. Furthermore we loved that she was already isolated for going to higher latitudes and that the head room in the galley is 2.10m.

  2. Joost en marrit weer genoten van jullie verhaal, veel te kort.
    Jullie genieten ook vast

    Goede vaart
    Groet willem fontein

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *