Daar gaan we weer!

“Ik kan niet wachten tot we weer op de boot zijn”, zegt Joost. We liggen op ons logeerbed in Den Haag. “Hmm…”, hum ik terug. Mijn gedachten zijn bij de dag die net voorbij is. Het was een volle laatste dag op kantoor. Na de werkdag spraken we af om, met wie wilde, te eten en drinken op het strand in Scheveningen. Veel indrukken en gesprekken die ik zo ’s avonds in bed dan nog eens beleef. Niet alleen de laatste voorbije dag is er veel gebeurd. De afgelopen vier maanden zijn eigenlijk als in een roes voorbijgegaan. We logeerden op zeven verschillende adressen en nooit langer dan twee weken aaneen. Daarnaast gingen we verscheidene weekendjes weg met vrienden en familie en werkten doordeweeks allebei fulltime. Wat een dikke mazzel hebben we gehad. Ik frons even en zeg dan: “Ik heb eigenlijk nog helemaal niet zo’n zin om terug te gaan.” ik houd niet van afscheid nemen en kijk ook niet uit naar de klussen die we nog moeten klaren. Het blijft even stil. “Ik ben nu gewoon blij dat ik hier ben. Het was een perfecte zomer. Maar, als we straks weer op de boot zijn, dan denk ik dat ik ook blij ben dat ik dáár ben. Ik ben gewoon tevreden met waar ik op dat moment ben.” Een mooie gedachte om mee in slaap te vallen.

De laatste dagen vliegen voorbij en voor we het weten zitten we ineens weer in de kuip van ons eigen schip in Las Palmas op Gran Canaria. De finale klusmaand kan van start! Maar eerst vieren we weekend op last van onze huisdokter. Lotte, Joost zijn zusje, adviseerde ons om een paar dagen te nemen om bij te komen. Een advies wat we graag ter harte nemen. Na aankomst ga ik voor de siësta terwijl Joost buiten de boot en zichzelf afspoelt, we doen boodschappen en zwemmen wat op het rotsstrand aan de andere kant van de stad. Maar, op maandag moeten we er dan toch aan geloven. Joost gaat met de motor aan de gang, terwijl ik wat andere klusjes doe en twee ochtenden in de week werk. Na wat telefonische hulplijnen kan Joost aan het einde van de week vaststellen dat de motor geen waterslag heeft. Daar was hij bang voor, omdat hij de uitlaat had opgetild toen hij daaronder de bilge aan het ontroesten was in mei. We vieren de goede afloop bij Nadiem aan boord van Mara. Een Nederlandse zeiler van onze leeftijd die we net ontmoetten. Een leuke gast die zonder al te veel zeilervaring een 27-voets boot kocht in Ierland en daarmee in november ’21 vertrok richting het zuiden. Hij loopt over van de energie en positiviteit en heeft een hoop goede verhalen. Hij is zijn boot, net als wij, klaar aan het maken om verder te gaan. Dat schept een band.

Op vrijdag zijn we dan zover dat we de drie RVS watertanks van hun plek kunnen halen. Dit is één van de grote klussen op de lijst die we willen doen voor we verdergaan. We hebben de bilge onder de tanks sinds de aankoop van de boot nog nooit bekeken. We zijn bang voor wat we gaan aantreffen wat betreft roest. Met het weekend in aantocht besluiten we dat het misschien beter is om de klus uit te stellen tot maandag. Zodat we, mochten we hulp of spullen nodig hebben, die meteen kunnen regelen. We doen nog wat andere klusjes en luiden dan het weekend in.

Zaterdag kijken we bij de ontknoping van de wekelijkse zeilwedstrijden van de vereniging Vela Latina Canaria waarbij we in de haven liggen. De wedstrijden worden gevaren in prachtig houten bootjes met latijnzeil. Dat het om een finale ging, merken we als de winnaars naderhand met z’n allen in het water springen en ’s avonds de muziek harder aangaat dan anders op zaterdagavond. De reggaeton schalt tot in de kleine uurtjes door de haven. ‘s Zondags pakken we de bus naar de zuidwestkant van het eiland. We mogen bijna de bus niet in, omdat we ons mondkapje vergeten zijn. Een aardige meneer vooraan in de bus ziet wat eraan de hand is en zoekt al zijn zakken én de tas van zijn vrouw na op mondkapjes. Met allebei een tweedehands mondkapje op mogen we gelukkig alsnog mee. Als we zitten, vragen we ons af wat erger is: een gebruikt mondkapje van iemand anders of geen mondkapje, maar ja, we hebben geen keus en zijn allang blij dat we in de bus zitten. We stappen uit in Arguineguín en worden daar opgepikt door Martin en Lisa. Die kennen we nog van Tenerife. Zij mogen toevallig die week een auto lenen en zo komt het dat we nog wat van het eiland kunnen zien en een mooie wandeling rond een stuwmeer kunnen maken met hen. We sluiten de dag af met een plons in heerlijk helder water naast hun geankerde boot en pan-pizza van Martin. Puur genieten!

Als Joost en ik op maandagochtend ‘werkoverleg’ houden, besluiten we unaniem om het weekend vieren erin te houden. Dat maakt dat de klusdagen zich niet aaneen rijgen. En bovendien is het belangrijk om ook leuke dingen te doen om de sfeer erin te houden. Het tweede punt van het werkoverleg zijn de watertanks. We besluiten met de grootste tank te beginnen. Die gaat er gelukkig makkelijker uit dan gedacht. Als we met een zaklamp langs de platen in de bilge kijken, zien we een roestplek die we niet helemaal vertrouwen. Daarnaast ligt er wat diesel in de bilge. De onderkant van de plaat die dieseltank van de bilge scheidt, ziet er ook niet al te best uit. We vermoeden dat daar misschien wel een lek zit.  “Ik durf hier geen klap met de hamer op te geven”, zegt Joost, terwijl hij naar de roest onderin kijkt. Ik geef hem groot gelijk. Tja… En nu dan? We zijn het erover eens dat de boot de kant op moet. We bedenken vrij vlot hoe we het willen aanpakken: de boot op de kant in San Miguel, Tenerife. Daar mag Rick, de lasser die ons eerder ook uit de brand hielp, aan onze boot lassen als dat nodig is. We zoeken contact met de werf en Rick en al gauw hebben we een datum: op vrijdag 30 september kan de boot eruit én is Rick beschikbaar. De tank gaat terug op zijn plek en we vullen de week die ons nog rest in Las Palmas met andere klusjes en inkopen doen voor zowel de boot als onszelf. In San Miguel zijn de voorzieningen namelijk niet zo best weten we uit ervaring.

In een lange dagtocht zeilen we de boot naar Tenerife. De windverwachting is fors, dus we gaan met samengeknepen billen rond de noordwest punt van Gran Canaria. We hebben mazzel: de wind komt nauwelijks boven de 30 knopen uit. Met twee voorzeilen op, waarvan één op de boom, schieten we vooruit ondanks de dikke aangroei onder onze boot. Onderweg krijgen we bezoek van een walvis (die te snel weer verdwijnt om op de foto te krijgen) en zien we een groepje dolfijnen metershoog de lucht in springen. ’s Avonds laat draaien we moe maar voldaan de haven binnen van San Miguel. We kunnen het nog: zeilen!

Twee dagen later worden we het water uit getakeld. Als we eenmaal hoog en droog opgebokt staan, kan het echte werk beginnen. We ontkoppelen de tanks en krijgen ze er met hangen en wurgen uit. Ik stort me op de bilge terwijl Joost het onderwaterschip aanpakt. Na mijn eerste ronde schoonmaken en roest krabben in de bilge, pakt Joost de lashamer. Het grote moment is daar: hebben we straks een gat in de boot, of niet? Hij hamert er flink op los wat resulteert in een flinke bende, maar geen gat. Bijna trekken we een biertje open, als Ineke langskomt. Ook die kennen we nog van de vorige keer dat we hier lagen. Ze loopt een ronde om het schip en wijst dan naar een paar blazen in de verf op de romp. “Heb je hier al naar gekeken?”, vraagt ze Joost. “Nee, nog niet”, zegt Joost. “Daar zou ik ook maar eens een tik op geven, want als de plamuur onder de verf naar buiten gedrukt wordt, dan betekent dat meestal ook roest”, zegt Ineke met al haar ervaring met stalen schepen. Joost neemt de lashamer mee naar buiten en gaat aan de slag. Na twee tikken slaat hij dwars door de romp heen. Een beetje gelaten komt hij de ladder op. “We hebben toch een gat”, zegt hij quasi verontschuldigend, “maar wel boven de waterlijn.” De boosdoener is de uitzuigslang van de vuilwatertank die direct tegen de romp aan lag. We sturen gauw een appje naar Rick. Die belooft langs te komen om de boel te bekijken. Intussen besluiten wij om de vuilwatertank, de kleine watertank én alle bijbehorende slangen uit de boot te kieperen. Vanaf nu gaan we voor de KISS-aanpak: Keep It Simple Stupid. Dat is nog makkelijker gezegd dan gedaan, want de vuilwatertank past niet door de kajuitingang. De slijptol moet eraan te pas komen dus…

Een paar dagen later horen we ’s ochtends vroeg: “toast!” We kijken elkaar lachend aan: dat is Rick. Sinds Joost zijn naam uitgelegd heeft als toast with a J, heet Joost toast bij Rick. Terwijl Rick en Joost de boel buiten voorbereiden, zorg ik dat ik natte doeken klaarleg om het interieur te beschermen. In 4,5 uur last Rick een nieuw stuk staal in de romp én in de lekkage aan dek die we al sinds de aankoop van het schip hebben. De dagen erna staan voor ons in het teken van de bende opruimen en het schip zou gauw mogelijk weer klaar hebben om te water te gaan. Op de kant staan is duur hier. Als wij zover zijn, is de kraan kapot. Dat schijnt hier wel vaker te gebeuren als we het gemopper van andere zeilers zo horen. Wij zijn allang blij, want we staan gratis totdat de kraan het weer doet. Bovendien kunnen we de extra tijd op de kant goed gebruiken.

Na in totaal twee weken op de werf is het dan toch tijd om weer te water te gaan. “Spannend hè?”, vraagt Joost als we uit bed stappen. Ik knik en probeer gauw aan iets anders te denken. Je drijvende huis in een onbekende kraan zien bungelen is 1. Maar een nieuwe huiddoorvoer in de romp maakt dat het extra spannend is om weer te water te gaan. Zodra we aan boord mogen, snelt Joost naar binnen om de huiddoorvoer te controleren. Dit lijkt goed, dus ik vaar de boot naar haar ligplek. Onderweg krijgen we vragende blikken van Tomas en Lindy van de Extress. Ik steek mijn duim op naar ze. “Dat vieren we vanavond!”, roepen ze terug. Met een fles gin en een fles tonic klimmen we bij ze aan boord ’s avonds. We zijn ongeveer even oud en het klikt van twee kanten. De volgende dagen maken we dankbaar gebruik van het aanbod om eens mee te rijden naar de supermarkt en het gasvulstation in hun huurauto. Voordat zij verdergaan, gaan we nog één keer met elkaar zwemmen bij natural pools verderop en sluiten we de dag af met een barbecue. Dit soort ontmoetingen maken de klussen die ons nog resten een stuk draaglijker. Nog even doorbijten: de laatste laagjes verf in de bilge gaan er dit weekend op. En dan kunnen wij ook beginnen aan de voorbereidingen voor de eerstvolgende lange zeiltocht. Daar kijken we inmiddels allebei reikhalzend naar uit. Net als het weekend, want dat is sinds we op Tenerife zijn plotseling weer verdwenen…

10 reacties

  1. Helden! Toppunt van adaptatie als je het mij vraagt. Petje af.
    Gister hadden we een goeie windsurfdag hier. Dacht even joost te zien in de branding, alleen dat bleek een fata morgana. Zeker met z’n nieuwe coupe van hem ;-).
    Je hoort het, jullie worden gemist hier!
    Enjoy! En tot snel

    1. Ah, thanks jongens! Joost had graag een windsurfdagje mee willen pakken. Hier is het de laatste anderhalve week erg windstil. En dat naast naast zo’n mooie windsurfspot…
      Knuffel voor jullie alle drie! Of is dat vraagteken een hint…?! X

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *