Geschreven door ons tijdelijke bemanningslid Teun
Ruim drie en een half jaar geleden stonden we ze op de Scheveningse havenhoofden uit te zwaaien: Marrit en Joost op de Awa. Toen geen idee dat Awa rivier betekent in het Maori of dat we ze zouden opzoeken in Nieuw-Zeeland, maar dát we ze zouden opzoeken wel!
Na een goede twee weken de zuidelijke helft van het Zuidereiland al rond te hebben gereden zijn Lotje en ik (Teun) nu op weg naar Peel Forest Campsite. Daar zouden ze moeten zijn, samen met de ouders van Joost. Onwerkelijk, elkaar zo te ontmoeten aan de andere kant van de wereld. Maar, na een goede knuffel en wat bijkletsen toch ook snel weer vertrouwd. We eten gezamenlijk en wisselen verhalen uit over de laatste weken in Nieuw-Zeeland.
Het plan is om komende weken samen verder te road trippen over beide eilanden. Beginnend met de westkust op het Zuidereiland. We maken vele stops, wandelen, surfen, mountainbiken en zeilen. Ik houd daarvan een dagelijks reisblog bij. Hieronder een selectie van een aantal verhalen. En natuurlijk de foto’s.

Lewis Pass
Eerst rijden we van de oost- naar de westkust via de Lewis Pass.













Glow worms
Vlakbij is een grot waar misschien glow worms te zien zijn. T.o.v. de duur betaalde tours met glow-worms-garantie, willen we dit wel even proberen. De grot zelf is groter dan we hadden verwacht met een flinke eerste kamer. In de rechterarm daarachter vinden we niets. In de linkerarm is het echt pikdonker als je de zaklamp uitzet. Ineens zegt Marrit: ik zie wat! Gezichtsbedrog of zien we toch hetzelfde? Heel vaag een paar blauwe pulserende puntjes op het plafond. Joost probeert met lange sluitertijd foto’s te maken. Wat helaas niet beter zicht geeft dan onze ogen, maar wel blauwe puntjes. We hallucineren niet!
We lopen al een stukje terug als Joost voorstelt om het hier toch ook nog even te proberen. Of onze ogen zijn inmiddels meer gewend, of dit nattere stukje is meer geschikt voor de wormen. Want we zien nu een paar puntjes sterker oplichten en ook meerdere verspreid op het plafond en op de wand. Geen spectaculaire blauwe lichtshow zoals in de brochures, maar we hebben glow worms gezien ✅.























Gentle Annie’s
We vervolgen de Scenic Coastal Drive naar het noorden en komen uit bij camping Gentle Annie’s. Onze favoriete camping tot nu toe. De douches zijn gedeeltelijk in de buitenlucht waardoor je onder de sterrenhemel doucht. Er is een pizza houtoven, koffiebar en terras. Grote ruime grasvelden direct aan zee. Én er ligt een reef point, die mooie golven maakt. Joost en ik duiken er weer in. Het is een taaie peddel naar buiten door een sterke zijdelingse stroming. Desondanks pakken we allebei een aantal dikke lange golven.
De volgende ochtend vroeg lig ik er alleen in, Joost en Lot gaan na het ontbijt. De golven zijn wat minder hoog dan gisteren, maar dat scheelt peddelen. Na de eerste rit wacht ik op de volgende set en zie op 10m afstand een karakteristieke rug en staart vin door het water zigzaggen, een haai! 🦈 Mijn hart slaat een keertje over, mijn ogen gefixeerd op de vinnen. Het is maar een kleine, deze haai is niet groter dan mijn arm. Waarschijnlijk is ‘ie banger voor mij dan ik voor hem, toch? Hij lijkt dezelfde afweging te maken, want hij draait om en zwemt weer een stukje van mij vandaan, voordat ‘ie onder water verdwijnt. Nog wat ongemakkelijk pak ik de volgende golf. Die geeft weer adrenaline om naar buiten te peddelen. Dan spettert diezelfde haai nogmaals dichterbij voorbij. Gelukkig is er direct nog een golf die ik zo ver mogelijk naar het strand pak. Ik heb wel even genoeg gesurft.
Lotje en Joost lopen mij tegemoet. “Hoe was het?” “Goede golven en niet meer zwaar peddelen, maareuh, wel een kleine haai gezien.” Lotje: “Oh echt!?” Joost: “Oh, maar dat formaat is geen probleem, heb ik ook gehad met snorkelen.” Lotje, met vertwijfelde blik, gaat toch dapper met Joost het water in. Niet veel later komt ze met een glimlach eruit. “Was wel lekker maar toch een beetje last van haaien paranoia, want ook wij zagen vinnen. Gelukkig bleken dat Hector dolfijnen te zijn. Die kwamen op 5m voorbij, dus ik kon zelfs de strepen op hun rug zien.”






















Abel Tasman National Park
We rijden naar het noorden van het zuidereiland. Daar maken we een lange wandeling, en kamperen we, in het Abel Tasman National Park.















Copper Mine Mountainbike Trail
De mountainbiketocht van 43 km schijnt een hele mooie te zijn. De eerste helft is een lange klim over een oud mijnspoor naar 878 m, daarna is er een stuk technisch downhill en de laatste 13 km is langs een rivier weer terug. Als fietsende Nederlanders denken we: prima afstand voor een dag, let’s go!
We zijn vroeg op, hebben de fietsen opgehaald in Nelson, nemen koffie & gebak als brandstof en fietsen richting de start. Na een beetje zoeken zijn we rond half 11 echt op de trail. Vrijwel direct krijgen we zo’n steil stukje gravel voor de kiezen dat we even moeten lopen. Zou de hele klim zo zijn? Gaan we dat redden? Gelukkig wordt de trail daarna minder steil en valt er te fietsen. Af en toe stuiten we op een hobbel met dikkere stenen die ons dwingt af te stappen. Na 2 uur valt onze voortgang vies tegen. Flink bezweet gaan we al goed stuk. Lotje moet even liggen om op adem te komen. We besluiten ter plekke alvast een deel te lunchen. Dit helpt om de energie en moraal wat op te krikken. Daarna schroeven we het tempo wat omlaag en nemen we vaker korte pauzes. Helaas krijgt Marrit zulke zadelpijn dat ze stukken moet lopen. Ook Lotje stapt wat vaker af. We hebben ons er echt vies op verkeken. Dan komen we het bos uit en wordt het wat vlakker. Met de top in zicht krijgen we weer wat energie. Bovenop hebben we nog een verdiende pauze. Maar, de tijd dringt, het is half 4, nog 2 uur tot de verhuur sluit en we zijn ongeveer op de helft. Zouden we zo snel kunnen afdalen?
Nu begint de steile single track afdaling met haarspeld kombochten. Na het eerste stukje proberen geeft Lotje Joost en Marrit nog wat tips. Ik stuif alvast vooruit om daarna foto’s te maken. De adrenaline komt los en we grijnzen van oor tot oor. Wat een vet parcours! Het laatste stuk wordt geleidelijk vlakker en komt uit bij de gewone weg terug langs een rivier. Nog een half uur hebben we om 11 km af te leggen. We gaan in een treintje rijden, wisselen af en persen de laatste energie eruit. Om 17:29 uur hebben we het precies gehaald. Hongerig zoeken we snel een restaurantje dichtbij en strompelen ernaar toe. Onder het genot van een koud drankje en Thais eten genieten we moe maar voldaan na.













Noordereiland
Via de Queen Charlotte Scenic Drive bereiken we de ferry die ons de volgende dag naar Wellington brengt. Daar snuiven we wat moderne Kiwi cultuur op en genieten we van een avondje uit in de stad.
































Castlepoint en Napier
Via de oostkust rijden we verder naar het noorden. Bij Castlepoint genieten we van de mooie golven die een prachtige baai binnen komen rollen. Vervolgens maken we een korte stop in Napier. Deze stad is na een aardbeving opnieuw opgebouwd, volledig in art deco stijl.





























Tongariro Alpine Crossing
Om 6 uur ’s ochtends zet Joost ons af bij de start. Het is nog fris en donker en alle laagjes die we mee hebben gaan aan. De overnight oats eten we uit Ziploc zakjes en delen een thermos beker koffie. We willen niet onnodig gewicht meenemen. Joost rijdt ondertussen naar de finish en neemt een shuttle bus terug naar de start.
Langzaamaan wordt het licht. We zien ondertussen al behoorlijk wat wandelaars welkom geheten worden. Kia Ora! De Iwi dame vraagt aan iedereen of ze zich aan hebben gemeld en of ze geen afval willen achterlaten op de heilige berg. Een groepje jonge meisjes begint schoorvoetend een traditioneel liedje te zingen. De dame moedigt ze aan: ”Thank you girls, you made my day!” En ze begint een oud Maori verhaal te vertellen over de berg. Als het groepje aan de wandeling begint, blaast een man op een grote schelp, die als scheepshoorn hun een goede reis toewenst.
Als Joost arriveert komt de zon net op achter de vulkanen, waardoor de wolken op grote vlammen lijken, een mooie start. Het pad begint met een lichte helling en je hoort een vrolijke buzz van de vele groepjes wandelaars. Deze 20 km route is één van de meest bezochte van NZ, gelukkig is het laag seizoen. Al snel wordt het landschap ruiger met lava rotsformaties. Dan begint de klim, grotendeels aangelegde treden maar ook stukken puinsteen en gravel. De extra laagjes kleding gaan weer één voor één uit.
Vanaf de eerste richel kijken we neer op een oude grote kratervlakte. De hoogste vulkaantop verschuilt zich rechts in de wolken. Het pad steekt recht over de vlakte heen en aan de overkant is nog een klim over een richel. Deze leidt naar de kleinere Red Crater, het hoogste punt van de wandeling. De grond waarop we staan dampt van lichte stoom. De binnenkant van de krater heeft een indrukwekkende diep rode wand met een grote oude opengescheurde lava tunnel. We lopen een stukje rond de krater en dan komen drie kleine turquoise en groene meertjes in zicht.
Rond de meertjes zitten een paar echte steam vents, die continu een flinke pluim stoom spuwen. Het is nog wat vroeg, maar we hebben toch al trek, dus eten een paar broodjes aan de rand van het water. De zwavellucht stoomflarden waaien om ons heen.
Na een kleine afdaling lopen we over nog een grote krater vlakte en beklimmen de overstaande richel. Hierachter ligt nog een groter oud kratermeer. Deze wordt ook gedeeltelijk gerond waarna het lange grote slingerende pad van de afdaling begint. Hier lopen we een stuk in de wolken en lezen over een kleine kratermond die in 1977 nog is uitgebarsten. Grote blokken steen werden met 700 km/u in het rond geslingerd. De hut aan deze bergzijde is toen geraakt. Gelukkig was er niemand, want de inslagkraters zijn meerdere meters in doorsnede.
Als we verder afdalen, de wolk weer uit, krijgen we steeds meer zicht op lake Rotoaira en Taupo. Het laatste stuk is door een koel bos waar grijs water van de vulkaan door een riviertje loopt.
Bij de parkeerplaats vraagt Marrit wat we over hebben voor een douche. De DOC camping die we hebben geboekt heeft er namelijk geen. We reageren wat flauwtjes, moe van de wandeling. Maar dan glimlacht ze en zegt dat er een sauna bij zit. Daar zijn we allemaal direct voor in!
































Hot and steamy
Als de wekker gaat, net voor zonsopkomst, is de vallei nog gehuld in mistige stoom wolken. We gaan eerst nog maar eens de hot pools in bij de camping, rustig wakker worden in het warme water. Langzaam komt het zonnetje door.
Na het ontbijt wandelen we naar de bron van de thermische baden. Daar komt het 99°C water met 40 tot 50 liter per seconde uit de grond borrelen, al eeuwenlang. Direct aan de rand van de bron en het stroompje zijn allemaal mineraal afzettingen. Een goede foto maken is wachten op een windvlaag die de grote hoeveelheid stoom even wegblaast. Vroeger kookten de Maori hun eten in dit soort bronnen, maakten vlas zacht voor vlechtwerk en gebruikten de mineralen als pigment. Nu wordt stroomafwaarts een deel afgetapt en loopt het over lange brede ondiepe treden. zodat het afkoelt naar een aangename temperatuur voor de baden. Verderop in de vallei wordt er energie opgewekt en draaien er fabrieken op geothermie.
We bezoeken het stadje Roturua, waar de hete damp op verschillende plekken in de stad opkomt. Vervolgens rijden we naar de westkust om een surfsessie af te sluiten in een zelf gegraven thermisch bad.

























Deadliest gun in the ocean

We zitten in de kuip aan het ontbijt. Marrit vraagt: “Hoe hebben jullie de 1e nacht aan boord geslapen?” “Prima, een paar keer gedacht dat het regende maar dat was telkens het knisper geluid”, antwoord ik. Een nieuw fenomeen voor Lotje en mij, je hoort hier letterlijk het onderwaterleven. Het schijnt vooral een garnaaltje te zijn, maar hoe dan? ChatGPT zegt pistol shrimp. Ook nieuwsgierig? Bekijk dit American style YouTube filmpje:
Nog een paar laatste voorbereidingen, zoals de bijboot opblazen en de gasfles vullen, en de trossen gaan los. De timing is niet ideaal: het is laag water in de getijde rivier met dikke slib bedding. Eén keer voelen we de kiel er kort doorheen slepen, maar het gaat goed. Het is rustig. Met ruime wind varen we op de genua de rivier af zonder veel andere scheepvaart. Lotje stuurt en we delen in Argentijnse stijl maté. Een frontje met buien drijft een stukje ten zuiden van ons.
We gaan voor anker in Parua Bay. Het is grijs en vlagerig door de buitjes om ons heen. Maar voor Joost zijn 5 m2 wing ruim voldoende. Het optuigen is wat manoeuvreren aan dek maar hup overboord en je wingt zo weg! Lotje en Joost gaan ook nog even. Bij Joost valt de wind weg en klaart het op. Ideaal voor de borrel in de kuip.









Tutukaka Bay
We hebben weer heerlijk geslapen op het water. Als we naar buiten kijken zien we een ander uitzicht. Er staat nu een lichte wind uit het westen, dus de boot is een stukje gedraaid om het anker. Het is mooi weer om een stuk langs de kust naar het noorden te zeilen. Als de wind iets doorzet zijn de Poor Knights Islands haalbaar en anders wordt het Tutukaka Bay.
Als Joost en Lotje het anker ophalen blijkt er een flinke kluit modder aan te zitten. Die wil je liever niet aan dek. Lotje breekt de kluit op met de pikhaak terwijl we langzaam varen en de boel schoonspoelt.
Met een flinke slag ronden we Whangarei Heads en neemt de wind toe. Helaas is dit een tijdelijk kaapeffect, want daarna zakt de wind weer wat in. We gaan niet snel genoeg voor de Poor Knights, maar met 4 knopen kan je prima vissen. Joost hangt een klein rubber inktvis aasje aan de hengel en rolt hem uit. Nu is het een kwestie van wachten. We kletsen, wisselen van stuurman, eten een broodje en chillen lekker in de zon. Ineens komt er een hard geratel van achter de boot. Nog voordat ik en Lotje door hebben waar het precies vandaan komt, staat Marrit, die binnen een dutje lag te doen, volledig paraat in de kuip. Ondertussen gooit Joost al de genua los. We moeten vaart minderen om de vis aan de hengel binnen te kunnen halen. Joost blokkeert de hengel, het snelle geratel stopt en hij begint de lijn binnen te halen. Hij is flink uitgerold maar uiteindelijk zien we een stuk achter de boot wat spetteren. De vis is moegestreden en aan de oppervlakte gekomen. Pas als Joost hem aan boord tilt kunnen we hem goed zien. Het is een Yellowtail kingfish, ideaal formaat voor op de BBQ. Joost steekt geoefend een mes van achter de kop de hersenen in. Lotje kijkt met gemengde gevoelens en interesse naar vis en voelt even aan de schubben. Zo mooi zien we ze niet op Scheveningen.
Rond 4 uur varen we de baai binnen en kiezen weer een ankerplekje. De zon gaat inmiddels al weer vroeger onder, dus beginnen direct met de voorbereidingen voor de BBQ. Joost maakt de vis schoon, fileert en marineert. Wij houden ons bezig met de rest. We toasten op een heerlijke zeildag en maken als vega’s een uitzondering en proeven van de bijzondere vis.







Poor Knights Islands
De Poor Knights Islands zijn een marine reserve, dus er is veel onderzeeleven en je kunt er snorkelen. Door de steile rotsbodem kun je er niet goed beschut ankeren, dus we maken een dagtocht heen en weer. Met Joost voorop bij het anker en Marrit achter het stuurwiel zoeken we naar een geschikte plek om het anker te laten vallen. Meerdere pogingen mislukken, te diep, het anker pakt niet of we drijven toch te dichtbij de steile rotswand. Ik heb het gevoel in de weg te lopen en besluit alvast lunch voor te bereiden, als we eindelijk liggen wordt dat in dank afgenomen. Met plezier zeilen komt vaak neer op goed eten.
Terwijl we broodjes eten verbazen we ons over de hoeveelheid en het formaat van de vissen die direct om de boot zwemmen. We pakken snel de snorkels en flippers erbij en gaan het water in. Marrit blijft op de boot, het ankerplekje voelt nog niet helemaal vertrouwd. We maken een uitgebreide tour langs de rotswand en kunnen een paar grotten in zwemmen. Overal zie je verschillende vissen, sommige achtervolgen je, anderen zwemmen juist snel weg. Tussen de rotsblokken, wier en kelp zitten meerdere soorten zee-egels en anemonen.
Joost gaat iets eerder terug om het bijbootje te halen. Er is nog een grote grot iets verderop waar je in kunt varen. Awa ligt heel rustig dus Marrit komt ook mee. Voor de grot vliegt er een kleine ijsvogel op en we volgen hem de tientallen meters grote grot in. Het plafond en de wanden zijn bedekt met groene en paarse algen en planten.
Het wordt tijd om terug te keren naar Tutukaka Bay. Met de lichte wind is het nog een paar uur zeilen. Met de schemer bereiken we de baai. Marrit en ik zijn al aan het koken en dit keer staat Lotje te sturen terwijl Joost aanwijzingen geeft om te ankeren. We draaien al lekker mee aan boord.





















20 knopen oost
Wederom vraagt Marrit hoe we hebben geslapen vannacht. Door de toegenomen oostenwind is ook de deining toegenomen. Dat konden we wel voelen in onze buik. Lotje heeft er af en toe wakker van gelegen, ik heb er gelukkig redelijk doorheen geslapen. Het was maar goed dat we niet bij de Poor Knights zijn gebleven.
Terwijl we de baai uit motoren hijsen we het grootzeil met 1e rif. Een goede keuze, want op open zee waait het 20 knopen. We varen dicht tegen de rompsnelheid aan rap richting Whangarei Heads. Ik stuur met plezier over de golven, maar Lotje heeft toch wat meer last van het rollen van de boot. Na een beetje aanmoedigen en een warme kop thee gaat ze ook sturen. Hier knapt ze van op.
Als we de rivier monding opvaren, blijken we nog een fikse tegenstroom te hebben en komen we nauwelijks vooruit. We hebben nog ruim de tijd dus besluiten we te ankeren in de dichtstbijzijnde Urquharts Bay. Hier kunnen we rustig lunchen en wachten totdat we stroom mee hebben de rivier op.
Eind van de middag leggen we weer aan bij de jachthaven in Whangarei. We kunnen onze laatste nacht in NZ nog aan boord doorbrengen, maar moeten ons wel alvast voorbereiden op het vertrek morgen. Bus door de wasstraat, spullen inpakken en het surfboard op de valreep verkopen aan andere zeilers. Die avond genieten we van een afscheidsdiner met Joost en Marrit in een restaurant aan de haven.





Afscheid
We zitten in de kuip aan het ontbijt en nemen de omgeving nog eens goed in ons op om er een blijvende herinnering van te maken. Maar dan moeten we aan de slag: alles van de boot af, tassen pakken, naar Auckland centrum rijden om de camper te verkopen en vliegen. Joost en Marrit hebben besloten in Whangarei te blijven, dat scheelt hun een dag op en neer rijden. Bovendien hebben zij nog een flinke kluslijst om te klaren voordat ze zelf Nieuw-Zeeland verlaten. We lopen nog een laatste rondje met ze en dan nemen we afscheid. Met een brok in onze keel bedanken we voor de mooie tijd en dat we ze weer gaan missen in Scheveningen. Maar bovenal een hele goede vaart!

Weer super om te lezen mensen wat een geweldige tijd hebben jullie.