Hete jungle, koude drankjes

Deze hoek van de Atlantische Oceaan staat erom bekend dat het amper waait. Omdat de afstand tussen Rio de Janeiro en Ilha Grande ongeveer zeventig mijl is, net te ver voor één dag, kiezen we ervoor aan het eind van de middag te vertrekken. Tegen onze verwachtingen in waait het prima en hebben we een prachtige zeiltocht door de nacht. We gaan voor onze planning zelfs te hard. Omdat we met daglicht aan willen komen, besluiten we om het eiland heen te varen. In de ochtend laten we het anker vallen in een diepe smalle baai in kraakhelder water. We zijn bijna volledig omsingeld door begroeide, steile hellingen. Grote bruine stenen vormen de grens tussen het regenwoud en de onderwaterwereld. Aan het eind van de baai ligt een parelwit strand met wuivende palmbomen, Praia dos Meros. Zou je een paradijselijke baai kunnen ontwerpen, dan zou die er ongeveer zo uit zien. En dat geldt ook voor het onderwaterlandschap. Naast ons anker ligt een rog. De grote stenen zijn hier begroeid met koraal. Snorkelend tussen allerlei fel gekleurde tropische vissen zie ik ook weer twee schildpadden die mij nieuwsgierig aankijken.

“En?”, vraagt Marrit als ik weer terug zwem naar de boot, “hoe was de jacht?” Bij vertrek kregen we van vrienden een speargun in ons handen gedrukt: “Daar hebben we toch niets aan hier in Nederland.” Een speargun is een soort kruisboog waarmee je al snorkelend op vissen kunt jagen. Ik had altijd wat koudwaterfrees om hem te gebruiken, maar deze rustige en beschutte baai vormt een perfect oefenterrein. Het hanteren van dit wapen blijkt eenvoudig. Er een vis mee vangen daarentegen vraagt om meer oefening. Met lege handen kom ik weer boven. En dat is maar goed ook. Later hoor ik dat spearfishing in dit gebied verboden is…

Omdat Ilha Grande lange tijd gebruikt is als gevangeniseiland zijn er geen grote ontwikkelingen geweest. Op het eiland zijn nauwelijks wegen en rijden geen auto’s. Het vervoer tussen de paar kleine dorpjes die er zijn, gaat vooral over het water. De rest van het eiland is begroeid met dichte jungle. Enkel smalle wandelpaden verbinden de dorpen en verschillende baaien over land. Voor zeilers is het een waar paradijs. Qua oppervlakte is het eiland kleiner dan Texel, maar door de ontelbare hoefijzervormige baaien is de kustlijn veel langer. We kunnen altijd een beschutte ankerplek vinden, hoeven nauwelijks rekening te houden met het weer en er is geen criminaliteit. Dit lijkt op vakantie!

Maar aan luieren op het strand komen we niet toe. Er zijn veel te leuke activiteiten te doen: Snorkelen, wandelen, duiken, surfen. “Oh, dit is echt koud, heerlijk!” roept Marrit uit als ze zich in het water laat zakken. Dat is niet iets dat je kunt  zeggen over het zeewater rondom de boot. Nadat we de ruïnes van een politieke gevangenis hebben bezocht, hebben we anderhalf uur door de jungle geklauterd. Wat voelen we ons klein tussen de gigantische bladeren, bloemen, bamboestengels en vlinders. Bezweet van het hete vochtige weer is een plons onder de vijftien meter hoge waterval een verademing. De frisheid is er snel af als we aan de terugtocht beginnen. Maar ook aan het eind van de wandeling kunnen we weer afkoelen. Ditmaal in natuurlijke baden in het riviertje. Mét een natuurlijke waterglijbaan.

“Ola, amigos! Que tal?!” Twee kleine energiebommetjes stuiteren over het dek van onze Argentijnse buurboot Izarra. Nog voor we aan boord zijn grijpen ze ons bij de hand en onder een waterval van Spaanse woorden laten ze ons hun “huis” zien. Virginia en Kelo zijn met hun zoontjes onderweg naar het Carieb, maar liggen inmiddels al een jaar bij Ilha Grande. “We vonden het gevaarlijk om verder te varen tussen al die walvissen afgelopen winter en hier is het fantastisch!” Als ze horen dat wij juist onderweg zijn naar Argentinië, overspoelen ze ons met informatie en contacten. Bij die moeten we dollars wisselen op de zwarte markt, daar kunnen we terecht voor reparaties, als we problemen krijgen bij de Prefectura Naval moeten we die hoge pief hebben en in Buenos Aires hebben ze nog Nederlandse vrienden waar we altijd terecht kunnen. Als alle Argentijnen zo behulpzaam en gastvrij zijn, gaat het allemaal wel goed komen! Tussendoor oefenen wij vast ons Spaans met de jongetjes Aquiles en Ulises, zij hun Engels.

De wandeling naar de waterval was een leuk voorproefje, maar de echte uitdaging op Ilha Grande is de wandeling naar Pico do Papagaio. Een wandeling van 7 kilometer naar 930 meter hoogte. Marrit draait zich nog een keer om onder de klamboe als ik om half twee ’s nachts Virginia oppik met het bijbootje. Het nachtleven in Abraão is nog in volle gang. Tussen de aangeschoten backpackers door banen we ons een weg naar de ontmoetingsplek met onze gids. Door een pikdonkere jungle leidt hij ons naar de top van het eiland. Onderwijl wijst hij ons op grote spinnen en zoetwaterkrabben, vertelt hij over de jungle en zien we ook een gordeldier! Net op tijd zijn we boven voor een prachtige zonsopkomst, die, zo dichtbij de evenaar, al snel op hoogte is.

Het zou pas écht het paradijs zijn als we elke middag konden genieten van een koud drankje op het dek. Maar helaas is de koelkast nog steeds kapot. Toch redden we ons er, tot onze eigen verbazing, verrassend goed mee. Zelfs in de tropen. Lekkere kaas is in Brazilië toch niet te krijgen, daarentegen is er hier op elke straathoek wel iemand te vinden die koude drankjes verkoopt. Voorheen ontbeten we altijd met muesli en yoghurt, wat we zelf maakten met houdbare melk en yoghurtcultuur. Dit hebben we helaas moeten opgeven. Melkpoeder blijkt een veelzijdige vervanger. Behalve voor door de muesli kan je hier ook havermoutpap van maken. We gebruiken het om pannenkoeken mee te bakken of griesmeelpap als toetje. Het meest missen we de koelkast echter als we lange tochten zeilen. En dat is niet alleen omdat we daarmee gevangen vissen kunnen bewaren. Maar we zorgen meestal dat we vooraf een aantal maaltijden in de koelkast hebben, omdat eten koken op een stuiterende boot altijd een uitdagend, zeeziek makend en tijdrovend klusje is. De gerechten die we onderweg koken, maken we normaal ook extra groot, zodat we daar meer dan eens van kunnen eten.

Dit laatste heeft ons doen besluiten toch op zoek te gaan naar een nieuwe koelkast. Na rondvragen en rondbellen vinden we uiteindelijk in Paraty alle onderdelen. Het kost wat moeite om een goede plek te vinden voor de boot tussen de peperdure marina’s. Meer dan 100,- euro per nacht is hier geen uitzondering. Het voordeel is dan wel dat je gebruik kan maken van de landingsplek voor je helikopter. Gelukkig worden we gered door Dinho. Een nieuwsgierige, bereisde, cameraman en zeiler. Hij stelt ons voor binnen zijn marina, die meer weg heeft van een niet-commerciële jachtclub. Hier kunnen we de dinghy achterlaten om met de vouwfietsjes naar het stadje te gaan en mogen we water tanken. Dinho leert ons een gerecht uit de Braziliaanse keuken en hoe we caipirinhas horen te maken. Als we aangeven dat we eigenlijk onze gasflessen moeten laten vullen, rijdt hij Marrit naar de juiste adresjes, terwijl ik met de koelkast aan de gang ga.

Grotendeels sluit ik zelf de compressor en de verdamperplaat aan. Voor het aan elkaar solderen van de leidingen en het op druk brengen van het gas haal ik met de dinghy een monteur op van de wal. Met zijn zware lijf ploetert de bijboot door de golven en Jorge heeft de grootste moeite om aan boord te klimmen. Nadat het klusje geklaard is volgt een ietwat ongemakkelijke onderhandeling met behulp van Google Translate. Hoe bereisd we inmiddels ook zijn, in ons grootste vertrouwen in de allervriendelijkste Brazilianen vergaten we toch vooraf een prijs af te spreken. Jorge kan op vakantie, en onder het genot van een koud biertje op het dek, overtuigen wij onszelf ervan dat het elke reais waard is.

Inmiddels merken we dat hier de herfst eraan komt. Nog niet zozeer aan de temperatuur, maar wel aan de lagedrukgebieden die één voor één langs trekken. En die brengen zuiden wind. We wagen een gokje, de windstilte tussen twee gebieden valt mee, en komen na drie nachten op zee in Itajaí aan. Komende dagen kruipen we in de rol van journalist om vanuit hier, voor het magazine Zeilen, verslag uit te brengen van The Ocean Race die hier een tussenstop heeft.

5 reacties

  1. Leuk verhaal en prachtige foto’s.
    Toch fijn dat Jorge op vakantie kan, hopelijk een niet te dure.
    Succes met het artikel voor Zeilen.

  2. Hi Joost en Marrit, leuk om weer te lezen! Ik blijf mij verbazen over jullie foto’s. Er zitten weer een paar kunststukjes bij. Geniet ervan!

  3. Heeee wat een leuk verhaal weer!! En wat een prachtige foto’s! Die rol van journalist gaan jullie fantastisch vervullen, dat weet ik nu al! We kijken nu al uit naar de volgende flessenpost. Waaaaaanzinnige zonsopgang en ik denk wel dat ik me nog een beetje moet gaan voorbereiden op al die creapy beestjes in de jungle. Fijn dat jullie weer een koelkast hebben! Ik geloof dat een kacheltje langzamerhand ook belangrijk gaat worden! Wij liggen fantastisch bij Graciosa!

  4. Heerlijk geschreven weer! En wat klinkt dat bekend, melkpoeder als vervanging voor koude melkproducten uit de koelkast, prima te doen haha! Geniet!!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *