“Hmm… het wordt of in twee dagtochten, of in één keer”, mompelt Joost met zijn telefoon in zijn hand. Hij kijkt naar de weersverwachting voor de komende dagen. “Wat lijkt het meest gunstig?”, vraag ik. “Tja, het is allebei niet ideaal, we moeten hoe dan ook opkruisen, maar ik denk toch in twee dagen”, zegt Joost. De volgende ochtend besluiten we er maar voor te gaan. Meestal kiezen we ervoor om gunstige wind af te wachten, maar daarop willen we deze keer niet wachten. Over twee dagen landen Joke en Lowik, Joost zijn ouders, namelijk op het vliegveld van Tenerife. We spraken met hen af dat we tegen die tijd in de haven van Garachico liggen. Dus daar gaan we: van La Gomera terug naar Tenerife! Gelukkig is het geen lange afstand die we hoeven te varen. En ook al komt de wind dan niet uit de juiste richting, de windsterkte is perfect. We besluiten een kleine omweg te maken via de gigantisch hoge kliffen aan de westzijde van Tenerife. Het heet daar niet voor niets Los Gigantes. We twijfelen nog even om hier voor anker te gaan, maar de ankerplekken zien er onrustig uit. We gokken erop dat de wind bij de noordwest punt van Tenerife niet al te hard is en de swell hopelijk ietsje minder is achter de kaap. Terwijl we op de motor langs de kliffen naar het noorden varen, komen er zo af en toe flinke valwinden door de kloven naar beneden zetten. Bij Punta de Teno aangekomen, blijkt ook daar een straf windje te staan, met vlagen van twintig tot vijfentwintig knopen. Bovendien zijn de golven niet minder dan elders en bulderen ze rondom ons tegen de rotsen. Als kers op de taart is het mistig en is de ankerplek verder volledig verlaten. Als we het anker laten zakken, voelt het alsof we aan het einde van de wereld liggen.
De volgende ochtend zijn we blij om verder te varen. Zodra we rond de kaap motoren, ervaar ik voor het eerst tijdens onze reis lichte paniek terwijl ik aan het roer sta. We hebben de wind op de kop en stroom van achter. Dit resulteert in behoorlijk korte steile golven. De boeg boort zich meerdere keren in een golf waardoor we volledig stil komen te liggen. Tenminste, zo lijkt het. Als ik naar de instrumenten kijk, zie ik dat we met 7 knopen door het water vliegen. Ik vraag Joost het roer over te nemen. Dit is me wat teveel op de vroege ochtend na een korte nacht. Als ik er later op de ochtend nog even aan terugdenk kan ik niet helemaal plaatsen waarom ik me niet comfortabel voelde. Er was immers niet zo heel veel aan de hand: het was niet onveilig en er ging niets kapot. En toch, had ik op de één of andere manier het gevoel dat ik het schip niet volledig onder controle had. Veel tijd om er nog over na te denken krijg ik niet, want de hengel gaat af. Rrrrrrrrtttttttt…, beet! De drie uur die volgen is Joost in gevecht met een joekel van een vis. Elke keer als hij hem in de buurt van de boot heeft, schiet hij er weer vandoor. Als we zo’n drie mijl van de haven van Garachico verwijderd zijn, vind ik het welletjes. “Kom, laten we kijken of we hem samen binnen kunnen halen.” Ik trek handschoenen aan en begin de lijn binnen te trekken. Joost draait ondertussen de lijn op de spoel. Als de vis in de buurt van de boot komt, reik ik Joost de gaf aan om de vis binnen te kunnen halen. Precies op dat moment roept Joost ongelovig: “Nee! Hij is eraf!” Beteuterd kijkt hij naast de boot terwijl hij zijn lege haakje binnenhaalt. “Ik heb hem niet eens gezien. Ik zag alleen een grote witte schim.” De vis heeft gewonnen vandaag. Helaas geen welkomstmaal voor Joke en Lowik. Niet veel later hebben we onze volledige aandacht nodig om de haven binnen te lopen. We zijn van tevoren gewaarschuwd: de haven alleen binnenvaren met niet meer dan 2 meter swell én in een scherpe bocht om het havenhoofd sturen, tussen de tonnetjes door. Met de swell zit het wel goed, maar die tonnetjes maken het nog even spannend. Eén van de twee gele tonnetjes blijkt er niet te liggen en één ton kan zowel doorgaan voor een gele als een rode ton. Joost staat voorop op de uitkijk. “Ik moet het nú weten”, schreeuw ik naar voren. “Hou die ton maar aan bakboord”, schreeuwt Joost terug. “Het is echt een rode, denk ik.” “Oké!”, schreeuw ik terug terwijl ik scherp naar stuurboord stuur. Eenmaal achter het havenhoofd hebben we alle ruimte en tijd om de boot klaar te maken voor het afmeren. Niet veel later liggen we in een box en drinken we een biertje om het verlies van de vis te verwerken.
In de twee weken daarop hebben we een fijne tijd met Joke en Lowik. Garachico is een prachtig authentiek plaatsje en ligt duidelijk aan de groene kant van het eiland. ’s Ochtends worden we wakker met fluitende vogeltjes. We toeren het eiland over als echte toeristen en zien voor het eerst meer van Tenerife dan de kustlijn. We bekijken de Teide van dichterbij, wat niet alleen de hoogste vulkaanpiek van de Canarische Eilanden is, maar met zijn 3718m zelfs de hoogste berg van heel Spanje. We rijden door de ooit zo afgelegen Masca kloof en zitten meer dan eens op een terrasje of in een restaurant. Na een week verhuizen Joost zijn ouders naar de andere kant van het eiland om daar de boel te bekijken én voor de zon-zee-en-strand-ervaring. We varen een paar dagen later achter ze aan en liggen weer een tijdje in het oude vertrouwde San Miguel (waar we ook het laswerk deden). Vanuit daar nemen we nog een kijkje in de hoofdstad Santa Cruz en de vroegere hoofdstad San Cristóbal de La Laguna. Tot slot mogen we met de huurauto al onze gas-, diesel-, en voedselvoorraden nog aanvullen en dan is het alweer tijd om afscheid te nemen. Joke en Lowik vliegen naar een besneeuwd Nederland, terwijl wij een goede mogelijkheid zoeken om naar La Palma te varen.
Nadat er een westenstorm voorbij is getrokken, zien wij kans om de haven te verlaten en voor anker te gaan bij Los Christianos. Hier liggen we twee nachtjes best oké. Wat de ankerplek legendarisch maakt, is het d’n Hollander Eethuis aan wal. Hier serveren ze frikandellen speciaal en patatjes oorlog. Vooral Joost is als een kind zo blij. Dan eindelijk is de wind oostelijk genoeg om lekker naar La Palma te varen. Het eerste stuk tussen Tenerife en La Gomera hebben we nog last van windschaduw en stuwt het ijzeren zeil ons voort. Net voordat de zeilen het eindelijk over kunnen nemen, hebben we opnieuw beet. Deze keer kiezen we ervoor om eerst nog even door te varen, in plaats van de snelheid meteen uit de boot te halen. “Laat die vis maar even moe worden”, zegt Joost terwijl hij naar binnen gaat. Hij pakt op zijn gemak handschoenen en de vijf-euro-whiskey en gaat zelfs nog even naar de wc. Na een kwartier checkt hij de spanning op de lijn. “Dat is al een stuk beter, eens kijken of ik die vis binnen kan halen.” Dat blijkt deze keer een stuk makkelijker. Binnen no time heeft hij de vis in de kuip getakeld. “Wat een mooie!”, roepen we in koor. Ik giet flink wat whiskey in zijn kieuwen, maar dat lijkt weinig effect te hebben. Joost heeft vervolgens even tijd nodig om het beest van het leven te beroven. Als ik zenuwachtig vraag of hij daar een beetje mee kan opschieten, krijg ik een snauw: “Laat me gewoon even nadenken hoe ik dit het beste kan doen!”. Niet veel later ligt de vis op zijn kop in een puts in de bakskist en nog wat later in een zak in de koelkast. Intussen kan de motor uit en zeilen we heerlijk in het zonnetje. De golven komen van opzij en zijn best flink, maar de grijns is niet meer van Joost zijn gezicht te krijgen. Dit is het leven! Het loopt tegen etenstijd als we het zuidelijkste puntje van La Palma bereiken. Als we in de luwte van het eiland komen, gaat de motor weer aan. We moeten nog een paar uur door voor we in Tazacorte aankomen. Terwijl we zitten te eten gluren we vast naar dit nieuwe eiland. De zon is bijna onder als we nog net de verse lavastroom kunnen onderscheiden die daar afgelopen jaar de zee in is gelopen. In het donker laten we ons anker vallen in de havenkom. Het hobbelt een beetje, maar dat kan me niet echt meer deren. Ik val als een blok in slaap. Morgen op pad op weer een nieuw eiland en ’s avonds verse vis!
Die borden vis zien er echt episch uit!!
Ben benieuwd wanneer jullie met een joekel van een vis op de foto staan 😉
Zo smaakte het ook! Wij zijn ook wel benieuwd wanneer we die joekel vangen. Stiekem hoop ik dat dat nog even duurt. Sssjt!🤫
Heimwee! Heerlijk was het om twee weekjes jullie vertrekkersleven van dicht bij mee te maken! Ook wel een beetje jaloersmakend. Maar komt tijd, komt raad! 🙂 Komen jullie de volgende keer bij ons langs?
Doen we! Misschien al wel eerder dan je in gedachten had. 😉
Joost en Marrit,
Jammer genoeg heb ik flessenpost Eilandhoppen niet ontvangen.
Ik lees ze altijd met veel plezier.
Ben ik uit het systeem gevallen?
Dag Jack,
We zien inderdaad dat je je op 28 maart uitgeschreven hebt voor de flessenpost. Dat doe je door (per ongeluk) op de link daarvoor te klikken in onze e-mails. Wij kunnen je emailadres niet opnieuw activeren. Dus het makkelijkst is om je weer aan te melden op onze website om de flessenpost te ontvangen. Dat kan onderaan de pagina. Laat je weten of het lukt? Groeten vanaf Awa!