Opnieuw vertrekken

Wat moet er allemaal nog gebeuren? Mompelend in mezelf tik ik het zoveelste lijstje in m’n telefoon. Het dek in de primer, plamuur, schuren, plamuur, schuren, ontvetten, primer… De lijst wordt steeds langer en de tijd begint te dringen. Willen we in april de grote oceaan gaan oversteken, dan moeten we rond nieuwjaar in Ushuaia zijn, de zuidelijkste stad van Argentinië. En ondertussen ligt de boot nog volledig uit elkaar. Na vijf weken Nederland en aansluitend een weekje vakantie in Buenos Aires moet ik mijn draai weer even vinden. Marrit is op een welverdiende vakantie naar één van haar beste vriendinnen in Chili. Mijn doel wordt om het dek volledig in de verf te hebben voordat ze terugkomt. Dan kunnen we dat hoofdstuk eindelijk achter ons laten. Het weer zit gelukkig mee. Ik trek mijn kluskleren uit de kast en ga van start.

Tien dagen lang kruip ik het dek op en neer. Onder de tijdsdruk schrap ik een extra laagje plamuur, helaas, dan maar iets minder strak. Als ik Marrit weer van het vliegtuigveld haal, hoeft alleen de antislipverf er nog op. Alhoewel… De laatste laag verf is dof uitgeslagen. Teveel verdund? Te vochtig ’s nachts? Er zit niets anders op dan het hele dek weer een stap terug te schuren en het nog eens over te doen. Het is behalve een fysieke ook een mentale strijd aan het worden.

Nadat we samen de antislip korrels hebben gestrooid en geverfd, is het dek eindelijk klaar! De teaklatten en lieren kunnen weer terug op de kuiprand en de genuarails op het dek. Dat klinkt makkelijker dan het is: de gaten van de genuarails blijken namelijk, zonder het teak ertussen, niet meer goed uit te lijnen. Na veel bloed, zweet en gevloek zitten alle vier de rails weer op hun plek. Als we de kuiptent opzetten hebben we ineens weer een waterdichte boot! “Zullen we vragen of ze ons naar een normale ligplek willen slepen?”, vraagt Marrit. Het stuurwiel zit nog niet op zijn plek en ook de motor kan nog niet draaien, maar ik ben het met haar eens dat de boot voldoende af is om tussen de ‘normale boten’ aan een drijfsteiger te liggen. De komende week staat het water weer extreem hoog, en dan is het op de werf onmogelijk om van de boot op de kade te stappen. “Dat lijkt me wel een mooi verjaardagscadeau”, antwoord ik met een knipoog.

Proefvaart en proefplezier

De volgende ochtend wek ik Marrit met verjaardagsliedjes en een pannenkoekentaart. Voor één dag doen we alsof we geen klusboot hebben. Alle potten verf, kit en ander klusspullen verruilen we voor zitkussens, slingers en een zelfgebakken appeltaart. ’s Middags komen vrienden langs en vieren we een zonovergoten verjaardag. De meest gestelde vraag is toch wel: “Wanneer vertrekken jullie?” “Nog één of twee weken”, antwoorden we hoopvol.

Het dek kan dan wel af zijn, we hadden ook nog “gewoon” onderhoud gepland èn we willen de boot goed voorbereiden voor Patagonië. We plaatsen extra isolatie waarna de plafonds weer dicht kunnen, vervangen de morsekabels die ik bij een “fabriekje” ergens in een buitenwijk ophaal. Daar kunnen ze gelukkig ook de gashendel reviseren. Het grootzeil krijgen we terug, na een oplapbeurt bij de zeilmaker, maar die kan weer retour vanwege half werk. De kuiptent laten we opknappen en we laten een buiskaptentje maken. Het anker en de ketting hebben we opnieuw laten galvaniseren. Voorzien van nieuwe markering plaatsen we deze terug. De motor wordt grondig nagekeken door een professional. De bimini versterken we met twee extra RVS steunen die we in een container vonden. Tot slot halen we alle kasten en bilges leeg, soppen daar al het zand uit wat er met het stralen in is gekomen en proberen bij het herpakken zoveel mogelijk spullen achter te laten.

Het is dus niet zo gek, dat we er na twee weken nog steeds liggen. “Is Awa dan wel klaar voor een nachtje ankeren in de Delta?” vraagt Ignacio, “In dat geval zijn jullie uitgenodigd voor mijn verjaardag!” Een goed excuus voor een proefvaart, want inmiddels staat ook het stuurwiel weer op zijn plek en heb ik het nieuwe uitlaatspruitstuk op de motor gemonteerd en de filters vervangen. Bovendien zijn we er wel aan toe om even wat anders te doen dan klussen. Alle speeltjes laden we aan boord van Fanky en Awa: De SUP’s, wingfoil- en windsurfspullen. Het zijn duidelijk de eerste mooie voorjaarsdagen. Op de rivier stikt het van de speedboten en jetski’s met schaars geklede, feestende mensen. “Do you enjoy the zoo?” vraagt Ignacio nog door de marifoon. Achter elkaar aan varen we naar een rustige ankerplek, verder weg van de stad.

Het waait flink in de Delta. Tussen het wingen en windsurfen door gebruiken we de SUP’s om naar het “moederschip” te peddelen. De ouders van Ignacio zijn er ook met hun motorboot en verzorgen, met Tati, de catering. We genieten met volle teugen en weten eindelijk weer waarvoor we het allemaal doen. Opgeladen komen we dus terug in de haven voor de laatste loodjes.

De allerlaatste bootklussen

Intussen is er nog een vertrekkersboot aangekomen met een Nederlands/Braziliaans gezin: Songster. Zij zijn van plan min of meer dezelfde route te gaan varen als wij. Het is motiverend om allebei de boot voor te bereiden en ideeën uit te wisselen. Samen met hen en onze vrienden uit Buenos Aires vieren we een klein afscheidsfeestje voor anker in de Delta. Aan het einde van die week vertrekt de Songster daadwerkelijk, maar onze lijst is nog steeds niet leeg.

Behalve nieuwe matrassen maken voor in de achterhut, het zoeken naar de storing van de windmeter en het terug monteren van de schroefasgenerator moet onze voorraad eten en drinken ook weer aangevuld worden. Ignacio biedt aan ons heen en weer te rijden naar een grote supermarkt. Na een ochtend karren vullen en een middag boodschappen wegstouwen, zitten we bezweet in de kuip met wat drinken. “Men, wat is het heet”, zucht Marrit. “Ja, het wordt tijd om naar het zuiden te vertrekken”, antwoord ik. “Ja”, zegt Marrit, “maar er is nog een ding wat me niet helemaal lekker zit.” Ik kijk haar vragend aan. “De lekkende kajuitramen”, zegt ze. “Hmm…”, ik knik instemmend, “tja, als we het hier niet doen, dan komt het er waarschijnlijk niet meer van….”

Uit Nederland heb ik een zak vol nieuwe rubbers meegenomen specifiek voor onze ramen. Stap één is het demonteren van de aluminium frames. Verassend genoeg lukt het, na meerdere rondes WD40 en met behulp van de elektrische slagmoersleutel, redelijk eenvoudig om alle bouten los te draaien. Dat nú pas het echte werk begint, had ik niet kunnen verzinnen. Het verwijderen van de oude rubbers gaat nog soepel, maar het nieuwe rubber, wat zorgt voor de klemming tussen glas en frame, laat zich niet zomaar op zijn plek leggen. Millimeter voor millimeter drukken we dit er, met een platte schroevendraaier en pijnlijke vingers, in. Uiteindelijk kost het vijf dagen om de roestplekjes te behandelen, afwerklijsten te lakken en de ramen weer terug te monteren.

Elke week dat we langer in Buenos Aires zijn, biedt gelukkig ook weer voordelen. Nu we er toch nog zijn, worden we meegenomen naar een moderne dansvoorstelling en getrakteerd op een echte Argentijnse asado (barbecue) met alles erop en eraan. Ook worden we meegenomen naar een avondje tango, zoals dat hoort in Buenos Aires. Van Enrique en Lucrecia leren we dat we dat als je te lang naar andere mensen aan de tafeltjes kijkt, ze verwachten dat je met ze wilt dansen. We kijken dus vooral naar de koppeltjes die over de dansvloer zwieren. Van jong tot oud en van beginner tot gevorderd, alles danst door elkaar. De avond wordt afgesloten door een show van een tango band en een professioneel danskoppel. Althans, voor ons is dat het einde van de avond. De Milonga blijft nog zeker twee of drie uur langer open, dat is de normaalste zaak van de wereld, ook doordeweeks.

Tegen de heersende winden in

In de zomermaanden verandert de Rio de la Plata in een soort trechter waar de overheersende oostenwind recht tegen de uitgaande stroming van de rivier inblaast, met korte steile golven als gevolg. De wind is ook al dagen hard, zo’n vijfentwintig tot dertig knopen. Daarmee wegvaren is geen optie. Dus is er nog tijd voor sinterklaasavond met Stef en Manon van de Long John Silver. En dan, als de wind even draait, eerst wat zuidelijker en de volgende dag wat noordelijker, kunnen de trossen los. We toppen de dieseltank af met gesubsidieerde diesel (veertig eurocent per liter) en steken over naar Colonia, in Uruguay, voor een “visa run”. Eindelijk scheuren we ons los van de stad waar we ons na al die maanden zo thuis zijn gaan voelen.

“Port control Colonia, Port control Colonia, here the Awa.” Het blijft al voor de twee keer stil aan de andere kant. In Uruguay en Argentinië moet je toestemming krijgen van de Prefectura (kustwacht) als je uit wilt varen. Maar hier reageren ze blijkbaar alleen als je Spaans spreekt. Dus wat mij betreft is geen bericht, goed bericht. In het holst van de nacht worden de lichtjes van de haven achter ons kleiner, het voelt als een ontsnapping. Voor ons ligt de grootste riviermonding van de wereld, met zijn vele wrakken en ondieptes, er donker bij. Een beetje spannend is het wel, maar de zeventig mijl tot de oceaan willen we voor de middag gehad hebben, dan draait de wind weer hard tegen. Alle zeilen staan bij en met de stroom in de rug gaan we hard. Voor ons komt de maan op, en kort daarna begint de ochtendschemering. Het water kleurt langzaam weer van bruin naar blauw. Het is prachtig zeilen. Op tijd voor de winddraaiing gaat onze boeg, na vijf maanden, weer richting het zuiden. Op naar Mar del Plata, de enige grote stad aan de eindeloze oostkust van Argentinië.

Laatste grote stad

“Sorry, nee, helaas, ik heb deze lijnen toch niet,” zegt de verkoper, nadat hij er bij ons op heeft aangedrongen ze vandaag te kopen omdat morgen de prijzen weer anders kunnen zijn, een beetje beschaamd. Samen met Mariano staan we in een visserijwinkel op het punt driehonderddertig meter landvast te kopen. Lange lijnen waarmee we de boot straks in Patagonië aan de wal vast kunnen maken. Mariano is een Argentijnse zeiler die we in Brazilië hebben leren kennen. In Mar del Plata rijdt hij ons rond om te helpen met het inslaan van de allerlaatste boodschappen: Gas, lijnen, diesel en oliën. Maar in Argentinië is dat niet altijd even makkelijk. “We produceren de lijnen zelf, dus als jullie morgen terugkomen, dan heb ik ze sowieso”.

Het biedt ons weer een kans. “Jullie kunnen wel met mijn zoon en dochter een kijkje nemen op de boerderij, als jullie willen.” Mariano is boer, of eigenlijk, grootgrondbezitter. Een half uurtje buiten de stad heeft zijn familie al een paar generaties een gigantisch stuk land met daarop koeien en akkerbouw. Zijn zoon en dochter zijn dierenarts, en we gaan op het land op zoek naar een zieke koe. Het lijkt wel een safari. Als we eindelijk wat koeien vinden, gaan die er snel vandoor en de fourwheeldrive is niet geschikt om ze bij te houden. Niet gek dus, dat er een gaucho voor ze werkt die de koeien nog altijd te paard bijeen drijft. Om bij de estancia, het familiehuis te komen, rijden we eerst langs het veld waar de koeien hun laatste dagen doorbrengen voor ze geslacht worden. Tot aan de horizon kijken tientallen, zo niet honderden, koeien ons argwanend aan. Vlees is big business in Argentinië, en we begrijpen iets beter waarom Mariano het grootste zeiljacht in de haven heeft. De estancia is een klassiek landhuis waarin het lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan. Inmiddels wonen Mariano, en ook zijn kinderen, in de stad. Het mooie huis heeft daar helaas wel onder te lijden.

“Ja, dit keer heb ik de lijnen wel. Maar het spijt me, ik weet nu de prijs niet, dus ik kan ze niet verkopen.” We staan weer in de visserijwinkel, perplex. Het klinkt als een smoesje, maar Mariano legt uit dat zoiets vaker voorkomt. De nieuwe president is zojuist geïnaugureerd, en die heeft de “officiële” waarde van de Peso aangepast. De reële waarde lijkt er niet onder te lijden, dus krijgen we ’s middags een telefoontje dat we ze alsnog kunnen ophalen.

Eigenlijk zijn we te kort in Mar del Plata. Maar het weer lijkt de komende paar dagen goed. Aangezien het seizoen ons al op de hielen zit, en de meeste andere zeilboten al een stuk verder zijn, willen we gebruik maken van elke mogelijkheid. Dat de weersverwachting vervolgens volledig ondersteboven zou gaan, konden we toen helaas nog niet weten…

5 reacties

  1. Weer met veel plezier gelezen, Marrit en Joost.
    Alle goede wensen voor 2024 en veilig reis zuidwaarts.
    Groet, Rob en Cora.

  2. Ach lieve Joost en Marrit, jullie zijn echt helden! Als jullie al dat geklus iedere keer maar weer weten te regelen, dan kunnen jullie écht de hele wereld aan. En als ik zo naar jullie ‘klusboot’ kijk valt de rotzooi in onze boot nog zat mee. ‘De hele boel overhoop’ is in ieder geval herkenbaar! We hadden gisteren jullie flessenpost al even moeten lezen dan waren we iets meer ‘bij’ geweest. Hadden we intelligentere opmerkingen kunnen maken aan de telefoon 🫣. Prachtig verhaal weer én heel goed dat jullie óók van die leuke uitstapjes hebben met leuke mensen. Dat is jullie ‘powerbank’ dus daar moet je ook goed voor zorgen en vooral blijven doen! Prachtig verhaal weer, met prachtige foto’s! Keep going strong! En sterkte aan jullie huidige kade!! Heel veel liefs vanuit Kaapverdië!

    1. Ha Lisa! Ik bedenk me nu toch ineens een goed voornemen: minder klussen en meer uitstapjes met leuke mensen! Hoewel we ook alweer een lijstje klaar hebben voor het volgende grote onderhoud. Nog maar even een halve wereld rond niet aan denken. Awa is immers nog nooit zo goed uitgerust geweest! Succes daar nog, drink er een lekker glaasje water op als jullie klaar zijn…;-)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *