Awa naar het einde van de wereld

Na drie dagen en nachten varen is het zover: rond de middag naderen we Cabo Virgenes, de hoge kliffen die ons moeten beschermen tegen de storm. Onder begeleiding van een eenzame dolfijn varen we op het strand af. Hoe dichter onder de kliffen, hoe groter de kans dat we beschut liggen. Het water is nu nog redelijk vlak. Toch horen we al duidelijk de branding. Spannend! Verder dan een waterdiepte van net iets minder dan vijf meter bij laagwater durven we niet. Het anker pakt goed. We steken 40 meter ketting en verzwaren die nog met een extra ankergewicht. Meer kunnen we niet doen. Dan is het afwachten.

Storm

Even later steekt de wind op. Niet vanachter de kliffen, maar evenwijdig aan de kust. Dat was niet de afspraak… 38 knopen zien we op de windmeter, windkracht 8. Korte steile golven bouwen zich op, de ankerketting staat op spanning, gaat dit wel goed? Dan draait na twee spannende uren vrij plotseling de wind naar de beloofde richting en kunnen we ontspannen. Boven op de klif horen we de wind gieren en bulderen alsof er een vliegtuig start. Wij merken daar op zeeniveau vrij weinig van. Dankzij de kliffen waait het bij ons alleen van boven. De zee vlakt daardoor af. Felle windstoten recht van boven doen het water bij tijd en wijle opspuiten. Maar Awa dobbert nu ontspannen rondom het anker. Tijd om te genieten van zon en zee op deze bijzonder plek. Voor ons strekken de steile 70 meter hoge zandkliffen zich in een rechte lijn uit van de ingang van de Straat Magellaan aan bakboord tot aan de horizon aan stuurboord. Achter ons naar het oosten alleen de oceaan. In de loop van de avond neemt de wind weer af. We liggen zo vast dat een ankerwacht niet nodig is. We gaan te kooi om bij te komen van deze enerverende dag.

De volgende uitdaging

De volgende morgen is het rustig weer en schijnt de zon volop. Wel is het nu merkbaar kouder. Je kan merken dat we steeds verder zuidelijk komen. We gaan vroeg anker op en zetten koers richting Straat Le Maire, de zeestraat tussen Stateneiland en Vuurland. Dat wordt de volgende uitdaging. Straat Le Maire is berucht vanwege sterke stroming, harde wind en, bij ongunstige omstandigheden, hoge (staande) goven tot wel 10 meter. De voorspellingen zijn voorlopig gunstig. Als we de 200 NM met een normaal gemiddelde snelheid kunnen afleggen zijn we precies op tijd voor de kentering van het tij. De stroom neemt ons dan mee de zeetraat in. En met een kalme noordoostenwind, hebben we dan eigenlijk zeldzaam gunstige omstandigheden!

We starten heerlijk zeilend met zon en wind vanachter. Na een paar uur valt de wind weg en moet de motor bij om voldoende voortgang te behouden. Joost maakt van de rustige omstandigheden gebruik om voor twee dagen spaghetti klaar te maken. Tegen de avond trekt de wind aan. Halve wind ligt Awa behoorlijk op één oor. Ik probeer te slapen tijdens Joost zijn eerste wacht. Dat lukt niet echt geweldig. De Brompton (vouwfiets) blijkt niet echt zeevast weggeborgen en probeert telkens mijn hoofd te pletten. Tijdens mijn nachtwacht ruimt de wind, en zakt tegelijk steeds meer in. Ik worstel nog een tijdje met de windvaan stuurinrichting en schoten om de zeilen zoveel mogelijk vol te houden, maar om 02:30 uur is het genoeg. Ik zet de motor bij, Joost mag.

Om 06:30 uur is het weer mijn beurt. We motoren nog steeds. Wel is de zee nu een stuk onrustiger. In de loop van de ochtend ontdek ik de vage grijze contouren van een berglandschap: land in zicht! Ook al weten we dankzij onze moderne satellietnavigatie dat we in de buurt zijn, dit is en blijft altijd een speciaal moment. Hoe moet dat geweest zijn voor de ontdekkingsreizigers die ons zijn voorgegaan? Die zonder het te weten, na weken op zee, voor het eerst Tierra del Fuego, oftewel Vuurland op zagen doemen? Een ongekende prestatie! De wind trekt iets aan, de zeilen kunnen bij. Wat later komen ook de spitse bergen van Stateneiland in beeld en kunnen we, inmiddels weer motorzeilend, afvaren op de naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger genoemde Staat Le Maire.

Ondanks de eigenlijk heel gunstige omstandigheden kunnen we goed merken dat we de zeestraat invaren. De eerst vlakke swell uit het noorden wordt allengs steiler en hoger. De sterke stroming zorgt voor onrustig water. Ik moet me goed schrap zetten. Maar hoe uniek is het, om hier te varen! Het is prachtig om te zien hoe Awa telkens weer wordt opgetild door een aankomende golf om na de top weg te glijden in het dal. Albatrossen scheren in glijvluchten vlak boven de golven zonder ook maar even het water te raken. We krijgen weer bezoek van een school dolfijnen. De laag staande zon, vochtige lucht en een dubbele regenboog boven Stateneiland zorgen voor een welhaast mystiek schouwspel. En als klap op de vuurpijl spotten we weer een enorme walvis, nu waarschijnlijk een vinvis!

Leegte

Joost is aan slaap toe, dus neem ik de eerste wacht. Zes lagen kleding moeten me warm houden. We varen nu echt ver zuid en dat kan je goed merken. Wederom op de motor, helaas, stuur ik in het donker Awa langs Vuurland. In de verte vaart een schip naar het oosten, verder is het water leeg.

We zijn op weg naar Puerto Español, de eerst bruikbare ankerbaai op de zuidkust van Vuurland. Nadat ik Joost in de vroege ochtend heb afgelost, maak ik bij een opkomende zon kennis met het ruige, kale en onherbergzame, maar o zo mooie, landschap in deze uithoek van de wereld. Een uurtje later is Joost ook weer boven Jan. Na bijna 50 uur varen laten we het anker vallen in een ‘Floortje Naar Het Einde Van De Wereld’ -baai: strand, bergen rondom en twee eenzame huisjes in een uitgestrekt landschap.

Beagle kanaal

Vanaf hier gaat onze reis naar Ushuaia verder in dagtochten. Na een dag relaxen halen we de volgende dag in de vroege ochtend het anker op. Er staat absoluut geen wind deze dag, dus moet de motor ons verder naar het westen brengen. Afgaand op alle fonteinen die we zien opspuiten, moet dit een ideaal leefgebied zijn voor walvissen. Helaas krijgen we ze niet te zien, daarvoor zijn ze te ver weg.

Van 1831 tot 1836 maakte Darwin op het schip de Beagle zijn beroemde reis rond de wereld. Daarbij deden ze ook deze wateren aan. Met het bereiken van het naar dat schip genoemde vaarwater, het Beagle kanaal, verlaten we de open oceaan. Ons nog steeds zeer ruime vaarwater wordt nu aan beide zijden begeleid door eilanden. In de verte zien we de eerste met sneeuw bedekte bergen. We naderen ook alweer wat meer de bewoonde wereld. Vanuit het zuiden stomen twee cruiseschepen op, op de terugweg van een reis naar Antarctica. En we worden meermaals opgeroepen door zowel de Argentijnse Prefectura Naval als de Chileense Armada, om onze gegevens door te geven. Het schemert al als we na een lange dag motoren het anker laten vallen. Stilte!

Op excursie

Nadat we onze eerste ankerplaats hebben verruild voor een meer beschutte, een tochtje van nog geen 5 NM, gaan we aan land. Het is heerlijk om na lange tijd weer even de benen te kunnen strekken. Langs de enige weg van Ushuaia naar het oosten van Vuurland, een brede zandweg, lopen we naar Estancia Harberton. Dit is een in 1886 door de Engelse dominee Thomas Bridges gesticht landgoed. Bridges zette zich in voor de oorspronkelijke bevolking van Vuurland. Nu is het een toeristische attractie. Druk is het onderweg absoluut niet. Slechts een enkele keer passeert in een enorme stofwolk een auto. Terug nemen we een meer avontuurlijke route. Via koeienpaadjes, over heuvels, door bos en langs een snelstromend riviertje bereiken we uiteindelijk weer onze ankerplaats.

Tijdens onze reis naar het zuiden zagen we rondom de boot geregeld Magellaan-pinguïns opduiken. Op weg naar Ushuaia is er op een eilandje een kolonie van deze bijzondere dieren. Dat is een mooie kans om ze van wat dichterbij te bekijken. Tijdens de lunchpauze vermaken we ons vanuit de kuip met het grappige gedrag van deze loopvogels.

Daarna varen we door naar een nauwe kronkelige doorgang tussen twee eilanden. Halverwege die doorgang laten we het anker vallen. We gaan aan land. Hoe ongerept kan natuur zijn? Als echte ontdekkingsreizigers banen we ons een weg door dichte begroeiing, langs stekelige struiken en door een sompig moeras op weg naar een uitzichtpunt bovenaan een steile rotswand. Daar genieten we een tijdlang van een fenomenaal uitzicht op de met sneeuw bedekte bergen van Vuurland. Het landschap is die avond haast nog mooier dan overdag. Zacht strijklicht van de ondergaande zon en spiegelglad water leveren betoverende beelden op. Joost bouwt gestaag verder aan zijn oeuvre van prachtige natuur- en landschapsfoto’s! Nu te koop 😉

Het laatste stuk

Geheel tegen de verwachting in krijgen we de volgende dag, mijn laatste vaardag, wel te maken met wind. Het laatste stuk Beagle kanaal kunnen we deels zeilend afleggen. We varen op geheel ander vaarwater. Hoge bergen nu aan weerszijden van dit nog altijd zeer brede water. Op de oevers bossen met her en der bebouwing. Het heeft veel weg van varen op een heel groot bergmeer hoog in de Alpen, zo stel ik me voor. De wind is zeer grillig in dit berggebied. Het ene moment moet de motor bij, het volgende moment vaar je Awa alsof je op een open bootje zit. Ik stuur en Joost met de hand aan de schoot. De wind kan hier vanuit het niets in luttele seconden aantrekken tot boven de 30 knopen. Schoot los en flink tegensturen voorkomen dat Awa teveel helling maakt of uit het roer loopt.

Al vroeg kunnen we Ushuaia aan de voet van de berg voor ons zien liggen. Het einde is nu echt in zicht. Gelukkig lijkt het dichterbij dan het in werkelijk is. Ondanks de mooie voortgang duurt het nog een hele middag voor we de baai voor Ushuaia binnenvaren. Aan de commerciële kade liggen meerdere cruiseschepen voor excursies naar Antarctica. Wij richten de boeg op de steiger van de jachthaven. In iemand die met bungelende beentjes op het einde van de steiger zit, herkennen we al snel Marrit. Ze dirigeert ons naar een vrije plek naast een jacht van ongeveer onze maat. We meren af. Marrit komt weer aan boord. Missie geslaagd!

Ushuaia

Ik heb nog enkele dagen in Ushuaia voor ik terugvlieg. Nog diezelfde avond wisselen Marrit en ik van plaats. Zij sleept al haar spullen weer aan boord, ik betrek het appartementje dat Marrit tijdens het wachten op onze komst heeft gebruikt. Marrit is inmiddels redelijk thuis in Ushuaia en laat ons de volgende dag de stad zien. Maar niet eerder dan na taart met koffie/thee in een patisserie. Joost is jarig, en dat moet gevierd! We vereren de Prefectura Naval met een bezoekje. Ik word van de bemanningslijst geschrapt en Marrit wordt er weer aan toegevoegd. ’s Avonds heerlijk uit eten met zicht op het Beagle kanaal. 

We hangen een paar dagen de toerist uit. We beklimmen de berg boven Ushuaia (althans de laatste 500 meter omhoog) om in ieder geval in de sneeuw van een gletsjer te hebben gestaan. De andere dag wandelen langs een meer in een prachtig natuurpark richting de grens met Chili om in ieder geval, al is het maar even en vast heel illegaal, in Chili te zijn geweest. In een gehuurde auto rijden we het binnenland van Vuurland in voor een toeristische wandeling naar een hooggelegen turquoise bergmeer. En wordt met diezelfde auto een paar keer heen en weer gereden met jerrycans om de dieselvoorraad van Awa weer op peil te brengen. De laatste dag is gereserveerd voor een bezoek aan het lokale museum in de voormalige strafkolonie waaromheen Ushuaia als plaats is ontstaan.

Dan is het tijd om mijn rugzak weer in te pakken. Joost en Marrit brengen me met een taxi naar het vliegveld. Vanuit het vliegtuig zie ik het Beagle kanaal liggen, en ook de ankerplaats waar we hebben geschuild voor de storm. Een onbeschrijflijk mooie reis zit erop. Joost en Marrit: jullie mogen altijd weer een berichtje sturen, ik stap zo weer op het vliegtuig, maar bedenk er dan wel een ander aanleiding voor. Voor nu: BEDANKT!

En wij zeggen: papa bedankt! Wat een kans. Blij dat je hem hebt gepakt!

4 reacties

  1. Mooi verhaal Lowik, fijn dat je die kans kreeg en mooi dat je die kon pakken.
    Joost en Marrit verder een mooie reis gewenst.
    Ik heb weer genoten nan jullie verhalen.

    Groet willemfontein

  2. Prachtig, meeslepend verhaal schipper! Mooi om te lezen hoe een oude man (zoals jij en ik) aan het genieten is in het bijzijn van zijn kinderen. Moeten we vaker doen!

  3. Mooi verhaal! En wat een praaaaaaaaaaachtige foto’s weer! Ik denk dat jullie een voordeeltje hadden: een fotogenieke omgeving. Ik zou er zo naar toe willen. Wanneer is het er tussen de 28-32 graden?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *