“Joost, kom terug!”, gil ik tegen de wind in, “Het anker krabt, we zitten aan de grond!” De kop van de boot wordt weggeblazen en het strandje achter ons komt gevaarlijk dichtbij. Ik zet de motor in werking en probeer het stuurwiel te draaien, maar dat gaat erg stroef. Joost staat ondertussen bij het bijbootje op het strand met een lange lijn in zijn hand.
Kantje boord
Het is de eerste ankermanoeuvre sinds lange tijd die we met zijn tweeën doen. Lotte is immers net van boord gestapt. Daar bovenop hebben we in deze caleta te maken met flinke wiliwaws (harde valwinden) van alle kanten. Terwijl ik in de paniek schiet, staat Joost de situatie letterlijk vanaf een afstandje te bekijken. Hij twijfelt kort: eerst de lange lijn weer losmaken zodat we beter kunnen manoeuvreren of meteen terugroeien naar de boot. Hij kiest toch maar voor het laatste.
Eenmaal weer aan boord geklommen, heb ik de achterlijn helemaal uitgevierd en ben weer terug aan het varen naar het anker dat we kort daarvoor lieten zakken. “Het roer lijkt vast te zitten”, roep ik opnieuw tegen de wind in, “maar ik kan nog wel sturen, dus laten we eerst opnieuw ankeren.” Zodra de dieptemeter weer meer water onder de kiel laat zien en ik de boot weer onder controle krijg, zakt ook bij mij de paniek. We doen nog twee ankerpogingen voordat we goed en wel liggen.
Joost komt terug in de kuip: “Zaten we echt aan de grond net?” Ik grinnik: “Ja, dat dacht ik echt te voelen. En zeker toen ik niet meer normaal kon sturen. Ik realiseerde me alleen veel later pas dat ik de rem meteen op het stuurwiel had gezet, zodat ik je kon helpen met de lijnen. Daardoor stuurde hij zo stroef.” Lachend kijkt Joost me aan: “Pfft… gelukkig maar. Maar we zaten wel echt heel dichtbij de kant. Volgens mij krabde het anker trouwens niet, maar had ik gewoon te veel ketting gestoken.” Binnen bij de kachel en een kop warme chocolademelk evalueren alles nog eens. De les deze keer: eerst zeker weten dat het anker goed ligt. Daarna pas in het bootje de lijnen naar de kant uitbrengen. Zonder anker heb je niets aan de lijnen wanneer de wind van alle kant komt. “Laten we Lotte maar een berichtje sturen dat ze gauw terug moet komen”, grap ik, “we kunnen duidelijk niet zonder haar.”
Chileense gaucho’s
Een paar dagen daarvoor zetten we haar met frisse tegenzin op het vliegtuig. Dat is even wennen. Na een maand, zijn we nu weer met zijn tweetjes aan boord. Terwijl we goed weer afwachtten om terug op onze route naar het noorden te raken, pikken we een bijzonder jaarlijks evenement mee op de estancia waar we dan nog naast liggen. Er worden langeafstandspaardenraces gehouden. Het is een behoorlijke happening die ’s avonds afgesloten wordt met een typische asado (barbecue) boven een groot houtvuur. We worden samen met de bemanning van een andere zeilboot uitgenodigd om mee te eten. Al gauw staan met een stuk geroosterd vlees in onze ene hand en een glas rode wijn in de andere te luisteren naar de sterke verhalen van de gaucho’s.
Nieuwe partners is crime
Eenmaal weer onderweg varen we eerst een gedeelte dezelfde route als op de heenweg naar Puerto Natales. We ankeren opnieuw bij Jaimes Island en worden daar opnieuw door dolfijnen verwelkomd. Als de wind niet al te hard uit het noordwesten komt, besluiten we het erop te wagen en kruisen een stuk omhoog. Bij de eerste splitsing ontwaren we een klein stipje tussen de grauwe regengordijnen. Algauw horen we op de marifoon: “Awa, Awa, Awa, this is sailing vessel Rantje. Do you copy? Over.” Joost snelt naar binnen om ze te antwoorden. We spreken af samen in Caleta Thélème te gaan liggen. Zodra we liggen, volgt dan eindelijk de echte kennismaking. Maanden eerder, in Uruguay, hadden we al eens contact via WhatsApp, maar zo in het echt is toch een stuk leuker.
De volgende dagen blijkt dat we nagenoeg dezelfde snelheid aanhouden. Wij proberen iets vaker een zeiltje bij te zetten en maken dan wat meer mijlen. Zij kiezen vaker voor de motor en een rechtstreekse koers. We kiezen eigenlijk steeds dezelfde caleta’s uit en varen zo dagen samen op. Eenmaal in de buurt van twee gletsjers, twijfelen we even of we voor de andere gletsjer zullen kiezen dan zij, maar met het verwachte weer en mogelijke ijs in het vaarwater komt dat toch niet helemaal lekker uit. Samen kiezen we er voor een nacht door te varen. We plannen het zo dat het weer licht is als we ijsschotsen tegen kunnen komen in het vaarwater.
En inderdaad, de volgende ochtend glinstert langs de randen van het vaarwater hier en daar ijs. Daar blijft het bij tot we de arm van gletsjer Pio XI invaren. Met nog een kleine 20 mijl te gaan, vinden we onszelf toch ineens in een ijsveld. Het vaarwater ligt bezaaid met kleine en iets grotere ijsschotsen. Al snel besluiten we in het ijsvrije kielzog van Rantje te gaan varen. Dat scheelt!
Gletsjer voor onszelf
Terwijl wij op ons gemakje ontbijten, wordt er al op de romp geklopt. “Awa!? Goodmorning!” Onze Duitse vrienden hebben alweer een plan bedacht voor de dag: snel naar de gletsjer nu er nog een beetje zon is en dan door naar Puerto Eden. Wij dachten het rustig aan te doen na die nacht doorvaren, maar moeten ze gelijk geven wat betreft het zonnetje. Algauw volgen we ze naar die enorme muur van ijs die om de hoek van onze caleta ligt. Afstanden inschatten zijn lastig, maar als we voor ons gevoel dichtbij genoeg liggen, gaat het bijbootje te water. Joost doet hard zijn best om de SD kaart vol te schieten, terwijl Rantje de drone de lucht instuurt. Ik probeer ondertussen Awa van haar beste kant te laten zien en vaar heen en weer langs Joost. Dan is het ineens: KRAAAAAKK… “Joost, kom snel terug!”, roep ik al kijkend naar de golf die ontstaat door het afgebroken ijsblok. Joost maakt zich minder druk dan ik en hij blijkt gelukkig gelijk te hebben. We liggen ver genoeg weg.
Als Rantje rechtsomkeert maakt na de uitgebreide fotosessie, besluiten wij nog even te blijven dobberen. We laten deze gigantische gletsjer nog even goed op ons inwerken. Waarschijnlijk is dit onze laatste gletsjer in Patagonië. De appeltaart met slagroom en warme chocolademelk maken het af. Wat bijzonder om hier met onze eigen boot te liggen. Aan de andere kant van dit enorme ijsveld ligt de Perito Moreno in Argentinië. Daar waren we omringd door andere bezoekers. En hier liggen we helemaal alleen. Terwijl we wegvaren, kijken we net zo vaak achterom tot we niets meer zien van de ijsmuur.
Puerto Eden
In Puerto Eden aangekomen, voelt het alsof we in een amfitheater liggen. Het dorp strekt zich uit langs de kust van de hoefijzervormige baai. Langs een houten canopy liggen allemaal huisjes. We hebben ons in tijden niet zo bekeken gevoeld. Gauw van de boot af op verkenning! Het is zeldzaam mooi weer in dit meest regenachtige plaatsje ter wereld. We genieten van de uitzichten, praatjes met mensen “op straat” en vragen bij de carabinero’s na of we de volgende dag langs hun steiger mogen liggen. Dat blijkt geen probleem, dus als Rantje de volgende arriveert, gaan we gauw weer tegen ze aan liggen. Na twee nachtjes alleen voor anker, werden we bijna onwennig! We brengen onze voedsel- en dieselvoorraad weer op pijl en genieten van de makkelijk te bewandelen paden. Als we het gevoel hebben alle 50 bewoners een keer gezien te hebben, vertrekken we voor het laatste stukje wildernis.
Weer afwachten
Ver komen we niet, maar we zijn blij weer op pad te zijn. We stoken een vuurtje met z’n vieren en filosoferen wat over het leven en het weer. Dat weer, maakt het ons niet makkelijk: vier dagen met harde tegenwind is de verwachting. Alhoewel, er is één nacht waarin de wind wat minder lijkt te zijn. Algauw besluiten we die kans te grijpen en motoren de nacht in. Vlak voor het donker wordt, zien we dat we niet alleen zijn. Voor ons uit vaart de Bark Europa . We zijn ze al snel kwijt, want hun tempo ligt wat hoger, maar het idee is mooi: samen door de nacht met dat oude schip vol historie.
Na 70 mijl wordt het weer licht en besluit Rantje naar een andere caleta te varen dan wij. De volgende grote sprong die voor ons ligt is het oversteken van de beruchte Golfo de Penas. Een stuk water waar de golven van de Pacific en het weer vrij spel hebben. Daar komt bij dat de zeebodem plotseling van ondiep naar diep gaat, waardoor de toch al vaak behoorlijke swell flink opgestuwd kan worden. Om een zo goed mogelijke uitgangspositie te hebben voor deze tocht willen wij zoveel mogelijk west van de monding liggen. Terwijl Rantje de watervoorraad nodig moet aanvullen. In Puerto Eden bleek de waterleiding kapot, dus nu gaan ze naar een caleta met een waterval. Ondanks onze betere uitgangspositie, balen we van onze keuze: het is niet alleen minder gezellig, Caleta Chica, waar wij gaan liggen, blijkt wel erg “chica” (klein) en minder beschut dan we hoopten. Nou ja, even doorbijten terwijl we wachten op een goed weergaatje om de grote sprong te wagen…
Steeds spannend om jullie belevenissen mee te kunnen maken.
Leuk dat je volgt!
Heerlijk verhaal!
Dank je!!
Pakkend geschreven! Wat beleven jullie ontzettend veel zeg. Ik zou ook heel hard gegild hebben, denk ik, als vastlopen dreigt onder die omstandigheden en je niets lijkt te kunnen doen. En wat massief, die gletsjers. Had al wel eens wat foto’s voorbij zien komen, maar kreeg het er bijna koud van!
Laat die kou maar aan ons over! Jullie krijgen zomer. (En wij ook gauw weer!)
Heel veel respect voor wat jullie doen! En jezelf te tijd te gunnen om zo vrij te kunnen zijn.
Suggestie is om bij elke flessenpost een kaart met stippellijn te doen met waar jullie varen.
Keep them coming.
Dank! Ook voor de tip. Haha, ben je het zat om steeds alle plaatsnamen te googlen? We gaan eens kijken of zoiets makkelijk te doen is.
Dat moet je niet te vaak zeggen hoor dan stap ik zo weer in het vliegtuig!!
Prachtig om weer het verhaal bij de foto’s te hebben.. even indrukwekkend mooi! Die warme chocolademelk hebben jullie nu niet meer nodig maar ik haal het gevoel helemaal terug.
Xx
Je weet het: altijd welkom!
Jullie zijn het schrijven nog niet verleerd na alle gastschrijvers. Dit deel van de reis was echt een unieke belevenis. Inmiddels hebben jullie het weer lekker warm en is de omgeving iets minder gevarieerd. Een goed moment om alle indrukken van de laatste maanden een plekje te geven.
Ha, dank, en zeg dat… Even rustig bijkomen onder een kokospalm!