Wildernis

“Joost, kom terug!”, gil ik tegen de wind in, “Het anker krabt, we zitten aan de grond!” De kop van de boot wordt weggeblazen en het strandje achter ons komt gevaarlijk dichtbij. Ik zet de motor in werking en probeer het stuurwiel te draaien, maar dat gaat erg stroef. Joost staat ondertussen bij het bijbootje op het strand met een lange lijn in zijn hand.