Nadat we Lowik met natte ogen hebben uitgezwaaid op het vliegveld van Ushuaia, maken we ons klaar voor vertrek naar Chili. We rijden meerdere keren met jerrycans diesel heen en weer, vullen de gasflessen en doen vooral heel veel boodschappen. We zorgen dat we voor minimaal vier weken aan eten en drinken aan boord hebben voor maar liefst drie personen. In Chili stapt namelijk Lotte, Joost zijn zusje, aan boord om een stuk met ons mee te varen. Lees maar mee! Door Lotte:
Het plan lag er al een geruime tijd: op bezoek bij Joost & Marrit in Zuid-Amerika. Na flink wat heen-en-weer bellen en plannen, lukt het! Marrit herstelt goed van het ongeluk en ik kan één maand vrij krijgen van werk.
Een bijzondere vliegveld pendeldienst
Het einde van de wereld… wat klinkt dat bijzonder! Drie vluchten brengen mij daar naartoe. Via Santiago de Chile en Punta Arenas kom ik aan in een klein plaatsje: Puerto Williams. Waar Ushuaia de zuidelijkste stad van de wereld is, is Puerto Williams het (bijna) zuidelijkste dorp. Mijn vlucht er naartoe is prachtig. De dag is zeldzaam zonnig. In deze korte vlucht van 40 minuten vliegen we relatief laag. Ik kan vanuit de lucht alle gletsjers, fjorden en bergen zien waar we straks langs varen!
Het vliegveld bestaat uit één landingsbaan. Een aankomst- of vertrekhal ontbreekt. Samen met mij stappen nog ongeveer 50 passagiers uit. Vervolgens wordt de bagage op een hoop gegooid, we kunnen het zelf pakken. Ik sta een beetje om mij heen te kijken, Joost zou toch overal boven uit moeten steken? Dan komen ze aangehuppeld, wat een feest om hen hier te zien! Terwijl iedereen zich richting de taxibusjes begeeft, vraag ik me af hoe wij richting de boot gaan, Joost en Marrit lijken lopend gekomen te zijn. Tot we vanaf de weg de berm in duiken richting het water. Natuurlijk! We pakken de dinghy naar Awa.
Klaar voor vertrek
De eerste twee dagen na aankomst gebruiken we om te wennen aan het leven met zijn drieën aan boord. We doen nog laatste boodschappen en gaan langs bij de Armada. Dit is de Chileense marine. Het is de bedoeling dat we toestemming vragen om door het Chileense scherengebied te varen. Dagelijks dienen we onze positie door te geven en we moeten veel informatie geven over de boot en de veiligheid. Bijvoorbeeld de hoeveelheid water en diesel aan boord, maar ook welke apparatuur we hebben. De Armada is uiterst vriendelijk en behulpzaam. Eén van hen deelt met Marrit zelfs nog de beste plekken die we niet mogen missen.
Na twee dagen aan boord vinden we het tijd om te vertrekken. De weersvoorspelling lijkt redelijk (wat zoveel wil zeggen als: geen keiharde wind tegen). We vertrekken daarom ook vroeg, rond 05.30, omdat dan de wind nog mild zou zijn. Helaas, zodra we voorbij de uitstekende landtong zijn, krijgen we direct 30 knopen op de neus. Welkom in Patagonië! Na een kleine 10 mijl vinden we het genoeg en duiken we weer een baai in. In de baai vinden we net genoeg ruimte om in redelijk ondiep water te ankeren. We zijn op pad! Joost gebruikt het zonnige weer om in zijn wetsuit de onderkant van de boot weer ‘ns te poetsen, zodat we wat minder diesel zullen verbruiken. Daarna genieten we ervan om buiten te kunnen eten in de avondzon. Precies wat ik nodig had na de donkere tijd in Nederland.
Dag bewoonde wereld, hallo wildernis!
De volgende dag gaan we weer op pad. De beoogde bestemming is tevens de eerste caleta. Wat inham betekent in het Nederlands. Deze plek ligt dichtbij de eerste gletsjer van het gebied en daar willen we maar al te graag heen! Voor Joost en Marrit is dit een ‘retourtje’, we komen namelijk weer langs Ushuaia. Al gauw wordt het windstil en moet de motor aan. Vanaf de Chileense kant, we mogen immers de virtuele grens niet over, zien we de ‘grote’ stad Ushuaia liggen. Snel stopt Marrit hier de Argentijnse simkaart nog even in haar telefoon en voor het laatste beetje internet voor, naar verwachting, de komende weken. Als het laatste streepje 4G verdwenen is, zijn we echt alleen. In het windstille water zien we meerdere Magellaan pinguïns, maar ook (voor mij de eerste) walvisstaarten.
Als na Ushuaia het kanaal versmalt, komt ook de wind weer opzetten. Tegen uiteraard! De Perkins dieselmotor bromt ons er prima tegenin, al hopen we later toch meer te kunnen zeilen. Op een gegeven moment splitst het Beagle kanaal in een noordelijke en zuidelijke tak. Wij nemen de noordelijke tak richting onze beoogde caleta, Olla genaamd. Het kanaal wordt tijdelijk versmald door een eiland. De pilot van dit gebied, die we De Blauwe Bijbel noemen, vertelt ons dat we het beste de noordkant van het eiland kunnen passeren, omdat de stroom hier milder is. Voorzichtig varen we midden op het vaarwater door het kanaal. We zien meerdere stroomversnellingen en draaikolken, maar meer dan 3 knopen stroom tegen krijgen we niet en we brengen het er goed vanaf.
De aankomst in de caleta is prachtig. Het is inmiddels iets later op de dag, wat voor mooi licht zorgt. We snappen wel dat deze ons is aangeraden door andere zeilers! Nu is het tijd om de typische manier van ankeren te proberen. Achter anker én met 2 of 3 lijnen naar de kant, om zo het zwaaien in deze krappe ankerplaatsen te voorkomen. Bij aankomst pakt het anker gelijk (iets wat blijkbaar standaard is met Rocna). We takelen de bijboot overboord en Joost roeit naar de kant met de eerste lange lijn. Hij bevestigt de lijn aan een boom en Marrit en ik brengen hem op spanning. Hetzelfde doen we met de tweede lijn. Kat in ‘t bakkie! We liggen.
Koude kermis
Na een nacht slapen strekken we de benen. Vandaag willen we naar de gletsjer met een heel toepasselijke naam wandelen: Ventisquero Holanda. Het gebied zit vol met beverburchten en ook daar zijn we heel nieuwsgierig naar. De bevers zijn hier ooit uitgezet voor het bont, maar zijn bij gebrek aan natuurlijke vijanden, een plaag geworden. Joost en Marrit trekken, zoals aangeraden door ervaringsdeskundigen, de rubberlaarzen aan. Ik houd het vanwege ruimtegebrek in het vliegtuig bij wandelschoenen. Volgens de blauwe bijbel moet er een wandelpad zijn. Maar we komen er snel achter dat we echt in de wildernis zijn. Het ‘wandelpad’ loopt langs de rivier en bestaat uit olifantenpaadjes gemaakt door de bevers. We ploeteren tot we in het bos uitkomen. Dit is zo verwilderd dat we niet ver komen. Helaas besluiten we om te draaien en moeten we deze eerste gletsjer overslaan.
Gletsjer paradijs
De volgende ochtend kunnen we niet wachten om te vertrekken. We prijzen onszelf gelukkig met zon, wind uit de goede richting en meer gletsjers op het menu. Bij de tweede gletsjer van de dag, ventisquero Romanche, verkleurt het water van helder blauw naar grijsblauw door het gruis wat de gletsjer met zich mee brengt. De camera’s zijn opgeladen en fotograaf Joost is van de partij.
Onze bestemming ligt in Seno Pia. Dit fjord met drie takken herbergt aan elk uiteinde een gletsjer. Het is wat later op de middag, maar omdat het zulk prachtig weer is besluiten we om nog niet naar onze ankerplaats te varen, maar varen we eerst de westarm van Seno Pia helemaal op. Het begint goed. Al bij de monding van Seno Pia worden we verwelkomd door een eenzame ijsschots. Dat smaakt naar meer! Hoe verder we komen, hoe meer ijs we zien. Aanvankelijk nog heel voorzichtig, slalommend tussen de schotsen door. Het geluid van ijs tegen de romp is voor ons allemaal nieuw, en een beetje spannend. Eén van ons staat steeds voor op de punt met de pikhaak om zo schotsen weg te duwen. Al gauw raken we meer gewend aan het geluid en varen we de kleinere schotsen met de romp aan de kant. De gletsjer is niet zo actief, maar wel prachtig. Uiteraard doen we een uitgebreide fotoshoot en verzamelen we wat ijs.
Het hele stuk ‘terug’ naar de ankerplaats kunnen we nagenieten van het moois dat we hebben gezien. De zeeleeuwen op de rotsen geven nog een showtje weg. Zeer voldaan komen we aan bij Caleta Beaulieu. En ook daar worden we niet teleurgesteld: we liggen tussen heuvels met op de achtergrond weer een gletsjer. We kunnen af en toe het ijs horen afbreken. Het licht is prachtig. We proosten op deze prachtige dag met een Pisco Sour (het nationale drankje van Chili) met zelf gevangen gletsjerijs!
Koeienstal
Met een zacht briesje, zon en laaghangende bewolking vertrekken we naar voorlopig de laatste gletsjer. Deze schijnt zeer actief te zijn, en als de wind uit het noorden komt kan het onmogelijk zijn om er te komen vanwege het vele drijfijs dat dan de 8 mijl lange baai uitstroomt. Het is relatief windstil, dus we gokken het erop. We komen er gauw achter dat dit inderdaad een heel actieve gletsjer is. We banen ons een weg door velden van ijsschotsen, waarbij het steeds moeilijker wordt een goede route te vinden. Op enige afstand van de gletsjer houden we stil en genieten we van de omgeving. Het ene moment is het doodstil met alleen het getinkel van ijs in het water, afgewisseld met het scheurende geluid vanuit de gletsjer. De zee-olifanten (of toch zeeleeuwen?!) doen ook een duit in het zakje. Ze laten zich niet zien, maar wel horen. Zo nu en dan lijkt het alsof we in een koeienstal zitten. De beesten maken een bulderend geluid wat nagalmt tussen de steile wanden.
Patagonië ten voeten uit
In de dagen die volgen is het typisch Schots weer. Met harde tegenwind in de buien en soms windstilte. We proberen zo goed als het kan te zeilen. Soms voelt het alsof we in een open boot over de Friese wateren varen. Snelle zeilwissels, een beetje knijpen en zo laat mogelijk overstag. We zijn nu ook in een gebied waar de bergen steiler zijn. We merken dat door het vaker optreden van valwinden, williwaws, die van de bergen afrollen.
Tussen de steile rotsen vinden we de meest indrukwekkende ankerplaats tot nu toe: Caleta Brecknock. Steile, grijze, kale rotsen steken recht omhoog uit het water. Het is donker weer en het waait hard. Af en toe probeert de zon door te komen en terwijl Joost glibberend over de rotsen de lijnen vastmaakt aan de enkele bomen die er staan, begint het ook nog te hagelen. We ervaren Patagonië ten top!
In deze baai horen we het gekletter van een waterval. De vissers in het gebied hebben een tuinslang en meerdere lijnen aan rotsen in deze waterval bevestigd. Hier kunnen we dus prima de watervoorraad aanvullen. Met dinghy en de jerrycans varen we richting de waterval. Terwijl één iemand het bijbootje op zijn plek houdt, vult de ander de jerrycans. Het water is prachtig helder en smaakt heerlijk.
Simpel leven
Voor vertrek heb ik mij voorbereid op een ‘offline’ leven. Gewapend met een breiwerk en gevulde e-reader stapte ik op het vliegtuig. Na een week varen door dit prachtige gebied blijft mijn e-reader onaangeraakt. Liever pak ik een oud boek uit de boordbibliotheek over Joshua Slocum, de eerste persoon die solo rond de wereld zeilde. Als je het leest, lijkt het een wonder dat hij heelhuids door dit gebied is gekomen. Tegelijkertijd lezen Joost en Marrit over Darwin op ’the Beagle’ en Magellaan op zijn ontdekkingstocht. Zo varen we de hele dag rond, kijken we om ons heen, en delen quotes van onze voorgangers. Simpeler en ongerepter dan dit, gaat het niet worden.
Wat een avontuur! Ik heb niks te klagen, maar ben stiekem toch een beetje jaloers.
En wat een waanzinnige mooie foto’s van een prachtig gebied
Meer, meer, meer…
Wow, wat een mooie foto’s!!
Uitermate romantisch.